Bloembollen planten doe je in het najaar. Met de juiste keuze kleuren van januari tot mei-juni vrolijke voorjaarsbloeiers jouw tuin. Met de tips in dit artikel krijg je het beste resultaat.
Wanneer kun je bloembollen planten?
Vroegbloeiende soorten als sneeuwroem, krokussen en Scilla’s moeten ook vroeg geplant worden, rond september/oktober; zo kunnen ze voor de winter nog goed wortelen. Ook bloembolletjes die snel uitdrogen, zoals sneeuwklokje, Frittilaria en Erythronium, moeten snel de grond in. Maar tulpen en grote sieruien kun je het best planten als de bodem wat koeler is, in oktober of november.
Over het algemeen kun je voorjaarsbloeiende bloembollen planten in het najaar, vanaf september tot december. Het is belangrijk dat je dat vóór de eerste nachtvorst doet. Zomerbloeiende bloembollen plant je in het voorjaar, zodra de kans op nachtvorst voorbij is.
Diepte plantgat
Een handige vuistregel voor bloembollen planten: bedek de bolletjes met een laag aarde ter dikte van tweemaal de bolhoogte. Voor zandgrond hanteer je het best driemaal de bolhoogte.
Er zijn een paar uitzonderingen: sneeuwklokjes plant je minstens 10 cm diep. De kleine knolletjes van Anemone blanda en winterakoniet plant je 7 cm diep; week deze eerst een nachtje voor, dan slaan ze beter aan.
Bloembollen planten in kleigrond
Wil je bloembollen planten in kleigrond? Meng dan eerst wat zand – of potgrond door het plantgat. De grond zal daardoor beter draineren.
Verwilderingsbolletjes
Veel vroege bolgewasjes hoef je niet te rooien en komen trouw terug, zoals sneeuwklokjes, krokussen, sneeuwroem (Chionodoxa), Scilla siberica, anemonen, blauwe druifjes en kleine narcisjes. Daardoor zijn ze bijzonder geschikt voor verwildering.
Zet de bolletjes tussen borderplanten of onder bladverliezende bomen en heesters; daar krijgen ze in het voorjaar genoeg licht om een nieuwe bol voor volgend jaar aan te leggen. Veel soorten vermeerderen zich spontaan, zodat je op den duur kleurige tapijtjes krijgt.
Hoeveel bollenbollen planten?
Het effect van bollen in de tuin wordt vooral bepaald door de aantallen die je gebruikt. Bij kleine verwilderingsbolletjes heb je er al snel 20-40 per vierkante meter nodig. Koop daarom liever van één of twee soorten een royaal aantal (100 of meer), dan van veel soorten een beetje.
Bij tulpen in de border zijn 12 tot 15 bollen per m2 al genoeg, dan kun je de vorm van elke individuele bloem goed zien. Ook de hoge sieruien zijn op hun mooist als je ze luchtig tussen de borderplanten weeft. Reken bij Allium ’Purple Sensation’ op 6 à 7 per m2, bij de supergrote sieruien is 3 of 4 per m2 al voldoende.
Uitstrooien en planten
Als je de bolletjes in de border uitstrooit en aanplant waar ze neerkomen, krijg je een heel natuurlijk effect. Zo lijkt het net alsof de bollen zich spontaan hebben uitgezaaid. Je kunt dit toepassen bij verwilderingsbolletjes onder heesters en bomen, maar ook bij bordercombinaties met tulpen. Meng bij het bloembollen planten de bolletjes eerst goed door elkaar en strooi ze daarna uit.