Bramen geven dubbel veel plezier in de tuin. Eerst geniet je van hun bloei en daarna van hun culinaire kwaliteiten.
Bramen zijn heerlijk om van te snoepen, in desserts te verwerken of om jam en sap van te maken. Plant bramen beschut als leiplant tegen de schutting. Een aanwinst voor je tuin en eettafel!
Familie van rozenbottels
Al zien bottels en bramen er heel verschillend uit, beide planten behoren tot de grote rozenfamilie. De inheemse Europese bosbraam (Rubus fruticosus) kent iedereen wel. Hij vormt hoekige stengels, die in grote bogen groeien en bezet zijn met stevige stekels. Zijn vruchten, eigenlijk een cluster kleine steenvruchtjes rond een centrale kolf, smaken heerlijk. Ze beginnen groen, worden daarna rood en kleuren bij rijpheid glimmend zwart.
Sappige bramen
Voor de tuin zijn gecultiveerde bramen de beste keus, deze geven grotere vruchten. Er zijn rassen met gestekelde takken, zoals ’Himalaya’ met een heerlijk aroma, die bij aanbinden overigens prima te plukken zijn.
Of plant een stekelloze variant als ’Thornless Evergreen’, ’Thornfree’ of ’Black Satin’. Ze geven ieder jaar kilo’s opbrengst. Per ras verschilt de smaak van zoet tot friszuur, dus proef en kies, want het is er nu de tijd voor. De oogst loopt van juli/augustus tot oktober.
Verzorging
Planttijd Bramen in pot kun je het hele jaar planten. Stekgoed en planten met kale wortel van november tot maart.
Houd afstand Plant bramen zo’n 1,5 m uit elkaar, op een beschutte plek met flink wat zon. Bind de scheuten tegen een rek of 3 à 4 horizontale spandraden aan. De vruchten komen aan takken van vorig seizoen of ouder.
Snoeien Snoei de plant direct na de oogst (of tussen november en maart): knip de takken die vrucht hebben gedragen onderaan af, buig de jonge scheuten van afgelopen seizoen waaiervormig uit en bind deze aan.
Voeding Bemest bramen nauwelijks, maar geef begin augustus wat kaliumrijke mest. De oogst valt tussen eind juli en september/oktober.