Wilde struiken bieden voedsel en onderdak aan insecten, vogels en andere dieren. Met deze 6 tips creëer je een gezellige en gezonde heg voor jezelf en voor de vogels!

1. Zorg voor een gevarieerde heg
Omdat de verschillende soorten struiken niet massaal door een ziekte worden aangetast, is een gevarieerde heg veel sterker.

2. Loofhoutgewassen
De vrijgroeiende hagen bestaan meestal helemaal uit loofhoutgewassen, met af en toe wat aanvulling van een taxus of hulst.
gelderse roos
3. Struiken uitplanten
De loofhoutgewassen plant je tussen eind oktober en maart uit, wanneer het niet vriest. De lange beschadigde wortels haal je weg voor je de struik plant. Dit dwingt de plant nieuwe wortels te vormen. Voor iedere plant, graaf je een groot genoeg gat. Vul dit gat met wat goede tuingrond en plant de struik in het gat.  Druk nog wat aan met je voet. Plant de struiken ongeveer 80 cm van elkaar vandaan en ongeveer een meter vanaf een border.

5. Onderhoud van de heg
Breng een dikke mulchlaag aan tussen de struiken om onkruid te voorkomen. Verwijder jaarlijks de ver uitgegroeide takken en kort enkele snelgroeiende takken regelmatig in. Na tien jaar zaag je de heg af tot een hoogte van 20 cm, zo geef je de heg een nieuwe start.
vuurdoorn
6. Geschikte soorten
Voor een vrijgroeiende heg komen de volgende soorten in aanmerking: Sierappel (openingsfoto), Gelderse roos (foto 1 in tekst), vlier, vuilboom, meidoorn, krentenboompje, hazelaar, haagbeuk, wilde roos, kornoelje, kardinaalsmuts, hulst, brem, wilde kers, eikenhakhout, lijsterbes, vuurdoorn (foto 2 in tekst) en sleedoorn. Vul de heg aan met allerlei gemakkelijk groeiende exoten.

Gegarandeerd plezier
In het voorjaar maken de vogels dankbaar gebruik van de struiken als broedplaats en in de winter snoepen ze van de lekkere besjes die de meeste struiken geven. En daarnaast zorgt de heg ook nog eens voor wat privacy.