Sommige planten zijn zo gewoon, dat we nauwelijks meer zien hoe mooi ze zijn. Neem nu de fuchsia, de onvolprezen bellenplant.

In tegenstelling tot de meeste zomerbloeiers staat deze liever niet in de felle zon maar in de halfschaduw, waar we wat extra kleur vaak goed kunnen gebruiken. Met voldoende water en voeding bloeien ze daar maandenlang.

1. Toppen Begin met toppen als je stek zo’n 3 à 4 bladparen heeft, zodat hij zich vertakt. Daarna top je de stengels telkens als er 2 tot 3 nieuwe bladparen zijn gevormd, totdat de plant bossig genoeg is.

2. Bloei Enkelbloemige fuchsia’s bloeien ongeveer 8-10 weken nadat je stopt met toppen, dubbelbloemige na 10-12 weken.

3. Licht Fuchsia’s houden van een lichte plek, maar niet van felle zon: halfschaduw is ideaal.

4. Water Geef voldoende water, want buiten drogen potplanten snel uit. Let er wel op dat ze niet permanent met hun voeten in het water staan.

5. Voeding Gebruik in het voorjaar om de twee weken wat opgeloste mest in het gietwater en vanaf begin zomer wekelijks, volgens de dosering op de verpakking. Of kies voor mestkorrels met langzame afgifte die je in het voorjaar door het bovenste laagje grond mengt.

6. Ziekten en plagen Net als veel andere planten kunnen fuchsia’s last krijgen van luis, spint, witte vlieg en wortelvraat door larven van de taxuskever. Let ook op roest, vooral bij warm en vochtig weer.

7. Winter De meeste fuchsia’s zijn niet winterhard. Haal ze naar binnen als de temperatuur beneden de 10 °C daalt en overwinter ze op een vrij koele, maar lichte plek.