Hoewel de anijsplant oorspronkelijk afkomstig is uit warmere gebieden, kun je hem ook in je eigen kruidenborder proberen. Zet hem wel op een zonnige, en tegen wind beschutte plaats.

Je kunt planten kopen of zelf zaaien als de grond voldoende is opgewarmd. Binnen voorzaaien kan natuurlijk ook. Zorg ervoor dat de grond de eerste weken niet uitdroogt. Als alles goed gaat, kun je in juli de eerste witte bloemschermen zien. Ook bijen en vlinders zijn er gek op!

Oogsten
Vanaf september worden de schermen rijp: als ze bruinachtig verkleuren is het tijd om te oogsten. Knip de takken vlak boven de grond af, bind ze in bosjes en hang ze ondersteboven te drogen op een luchtige plaats. Een doek onder de drogende takken vangt de zaadjes op die er vanzelf uitvallen. Schud de resterende zaadjes uit de takken zodra die volkomen gedroogd zijn. Het is ook mogelijk om verse blaadjes te gebruiken, bijvoorbeeld in thee.

Anijs bewaren
Bewaar de zaadjes in donkere, goed afsluitbare potjes of blikjes. Overgebleven zaadjes kun je volgend jaar weer uitzaaien, of oogst niet alles en laat de plant zichzelf uitzaaien.

Zaden winnen
Om de zaden van anijs te winnen worden de planten laat in de herfst gedroogd en de vruchten eruit geschud. Ze worden gebruikt voor zowel zoete als hartige gerechten. Behalve om zijn pittig aroma, is anijs ook geliefd om zijn geneeskrachtige werking bij hoest en maagklachten.