Tijdens een boswandeling in het donker heb je grote kans om de steenuil waar te nemen. Zeker in september zijn deze stille jagers actief, vooral om een plaatsje voor zichzelf te veroveren in het territorium van de andere steenuilen. September is dan ook echt de (steen)uilenmaand.
Familie van
Hoewel de bosuil de meest voorkomende uilensoort van Nederland is, is de steenuil de bekendste soort onder de kleinere uilen. Steenuilen (Athene vidalii) zijn een soort uit het geslacht Athene, die bij de familie van echte uilen (Strigidae) behoort. In totaal zijn er negen soorten steenuilen. De naam Athene komt uit de Griekse mythologie. De Griekse godin van de wijsheid, Pallas Athena, benoemde de uil tot ‘vogel van de wijsheid’.
Uiterlijk
Steenuilen zijn een kleine soort met een gedrongen uiterlijk. Je herkent ze aan de bruingrijze kleur en de lichte strepen en vlekken. Hun vleugels zijn vrij kort, net als de staart. De felgele ogen worden benadrukt door de lichte veren die op wenkbrauwen lijken.
Verspreiding van de steenuil
Nederland telt ongeveer 6500 broedparen van deze vogels. Je hebt grote kans om ze te zien in landschappen met landbouw, wilgen, houtwallen, schaapskooien en in bijvoorbeeld boomgaarden. Gebieden met deze omgevingen zijn de Rijn, de Waal en de Maas, maar ook de Achterhoek, de Gelderse Vallei en in het zuiden van Zeeland. Dat ze graag in kleinschalig cultuurlandschap wonen is niet voor niks. Ze houden van lage vegetatie, afgewisseld met struiken, bomen en palen vanaf waar ze kunnen jagen. Boerenerven zijn dan ook hele geschikte omgevingen voor de vogels.
De steenuil heeft een groot verspreidingsgebied. Buiten Nederland en België komen ze ook voor in delen van Afrika, Midden Europa, Arabië en andere gebieden in Azië.
Honkvast
Vanaf half april tot ergens in mei leggen steenuilen een legsel van zo’n vier eieren. In voedselrijke tijden kunnen dat er wel zeven zijn. Eieren leggen ze in bomen, nestkasten of in oude gebouwen waar het rustig is. Een steenuil bekleedt een nest meestal niet. Wanneer de uilskuikens uit het ei kruipen duurt het nog een maand voor ze het nest verlaten. Het duurt nog vijf tot zes weken na uitvliegen voor ze goed kunnen vliegen. In deze periode worden ze ook nog gevoed door zowel het mannetje als het vrouwtje. Steenuilen blijven nabij hun broedplaats in de winter en ook jonge steenuilen die uitvliegen vinden een nieuwe standplaats in de buurt van waar ze geboren zijn. Bovendien zijn steenuilen monogaam en blijven bijna altijd hun hele leven samen. Gedurende hun leven zoeken steenuilpartners elkaar regelmatig op, bijvoorbeeld om elkaars verenkleed te verzorgen.
De steenuil op de uitkijk
De statige vogel, die overigens niet veel groter is dan een merel, troont op daken, palen, in bomen zoals de knotwilg en leeft voornamelijk alleen. Hun vliegwijze doet denken aan de golvende vlucht van de specht. Steenuilen zijn echte jagers en dit doen ze op verschillende manieren. Soms turen ze de omgeving af vanaf een hoog punt, maar soms lopen ze ook over de grond in hun zoektocht naar een prooi. Hun voedsel bestaat uit muizen – als ze die te pakken kunnen krijgen – maar ook wormen, insecten en soms kikkers of jonge vogels vallen ten prooi. Als een steenuil het aandurft pakt ze soms ook een prooi ter grootte van haar eigen formaat. Ratten moeten dus ook oppassen voor de steenuil.
Goed gehoor
Om de afstand tussen zichzelf en een prooi of ander object te kunnen inschatten, hebben steenuilen bijzondere oren. Ze zitten verborgen achter de sluier, een benaming voor de kopveren rondom de ogen. Met deze oren kunnen ze de allerzachtste geluiden opvangen en horen waar dit geluid vandaan komt en hoe ver weg het is. Dit komt omdat het ene oor signalen verwerkt van boven of onder de vogel en het andere oor vangt geluiden op van links of rechts. Jonge uilen moeten nog leren hoe dit werkt en draaien hun hoofd in snelle bewegingen wat een komisch gezicht oplevert.
Katuil
Om met elkaar te kunnen communiceren, gebruiken steenuilen meer dan twintig geluiden. Eén van deze geluiden is wel heel opvallend: een soort ‘miauw’-achtige roep. Dit geluid heeft steenuilen daarom de naam ‘katuilen’ opgeleverd in West-Friesland. Als een steenuil zich bedreigt voelt, produceert hij een schelle roep en wipt op en neer. Zo lijkt hij gevaarlijker. Ook hebben steenuilen een territoriumroep, die is wat langzamer en klinkt bijna verdrietig. Deze laten ze vooral horen in het na- en voorjaar. Waarschijnlijk kan een vrouwtjessteenuil zelfs contact met de kuikens hebben vóór het ei uitkomt.
Dreiging
Gemiddeld wordt een steenuil niet ouder dan drie jaar. Ongeveer een kwart overleeft het eerste jaar. Eén van de redenen dat steenuilen niet zo oud worden, is vanwege het verkeer en wegen die jachtgebieden doorkruisen. Grotere roofvogels zoals haviken en sperwers zien de steenuil als prooi en ze worden dan ook met regelmaat gedood. Steenmarters nemen regelmatig het nest van een steenuil in beslag. Ook kunnen ze verdrinken in drinkbakken. Veel eieren komen ook niet uit, bijvoorbeeld omdat ze door kraaien en gaaien of eksters gegeten worden.
Leuke weetjes over de steenuil
- Vroeger dacht men dat aan schuren gespijkerde uilen de bliksem tegenhield.
- De steenuil is ongeveer net zo groot als een merel, maar door de opgezette veren lijkt hij wat groter.
- In tegenstelling tot veel andere vogelsoorten, is bij steenuilen het vrouwtje groter dan het mannetje.
- Steenuilen zijn trouw aan elkaar en blijven hun hele leven samen.
- Een steenuil heeft 14 wervels. Daarmee kan hij zijn hoofd erg ver draaien.