Ze doen het niet voor ons, die planten. Ze geuren om insecten te lokken voor bestuiving of om zich te verdedigen tegen dieren. Maar het is wel erg fijn dát ze het doen! De zomer is het geuren hoogseizoen. Jasmijn, kamperfoelie, rozen, salie, tijm, rozemarijn, de eenjarigen… allemaal doen ze mee aan het grote kampioenschap lekker ruiken. En een paar ruiken uitgesproken vies.
In het gedicht ‘Kamperfoelie’ van J.C. Bloem dicht de romantische dichter uit de vorige eeuw hoe hij opeens ‘in het voormalige verward is’ en vraagt zich dan af: ‘omdat ik aan de geur dacht, zwoel en lauw, die van de kamperfoelie die zich losmaakte bij het stijgen van den zomeravonddauw?’ Die kans is groot, want als er iets is wat je direct naar het verleden kan brengen, of je nu wil of niet, dan is het wel geur. En wie voor het eerst een vleug opvangt van de frisse, honingachtige kamperfoelie zal moment en plek niet snel vergeten. Helemaal als het gaat om de wilde Lonicera periclymenum. Je kan hem al van tientallen meters afstand ruiken. Het is toevallig ook de lievelingsgeur van Hans van Hage, en dat zegt wat, want hij heeft een kwekerij in rozen. En als er één bloem is waarvan de goddelijke geur te allen tijde overal ter wereld is bejubeld, dan is het wel de roos.
Als een goede wijn
De biologische rozenkweker van de Zeeuwse kwekerij De Bierkreek krijgt vaak mopperaars langs die beweren dat de roos van tegenwoordig helemaal geen geur meer zou hebben. Een misverstand dat Hans direct uit de weg wil halen. Rozenkwekers kweken juist weer in toenemende mate op geur. Een ander idee over rozen dat niet klopt, is dat juist de welriekende rozen per definitie zwak zouden zijn. Niet in zijn Zeeuwse kwekerij De Bierkreek. Daar vind je geen sterroetdauw en meeldauw. Zijn rozen zijn gezond, dat komt voor Hans op de allereerste plaats en dat een flink aantal nog eens verrukkelijk geurt, is mooi meegenomen. Maar hoe geurt verrukkelijk? “Eerst ruik je roos,” zegt Hans, “maar dan, net zoals bij wijn, ruik je iets anders.” Een zweem citroen bijvoorbeeld, zoals
bij de ‘Line Rinauld’, een roze struikroos met een zweem lavendelblauw. Of een vleug lelietje-van-dalen, zoals bij ‘Anne-Marie de Montravel’, een laag struikje met kleinbloemige, witte rozen. ‘Belle Romantica’ neigt naar abrikoos en ziet er met haar oranje kleur ook nog abrikoosachtig uit.