De meeste kuipplanten breng je voor de eerste vorst naar binnen, meestal zo rond half oktober. Doe het niet te vroeg, want veel kuipplanten kunnen best tegen een beetje kou (in het najaar meer nog dan in het voorjaar). Bemest de planten in augustus voor de laatste keer en haal, voor je ze binnen zet, dode takken, dorre bladeren en uitgebloeide bloemen eruit. Controleer de planten ook zorgvuldig op ziekten en plagen. Bladhoudende heesters hebben ook in de winter licht nodig, dus zet die in de buurt van een raam. Bladverliezende heesters hebben weinig tot geen licht nodig. De temperatuur schommelt voor de meeste kuipplanten tussen de 5 en 10 ºC. Ook in de winter is het belangrijk, dat er voldoende luchtcirculatie is. Als ramen de hele periode gesloten blijven, grijpen schimmels en ongedierte hun kans. Verder moet je in de winter matig zijn met watergeven. De meeste planten hebben nauwelijks water nodig. Bladhoudende kuipplanten mag je natuurlijk niet laten uitdrogen.