Bomen snoei je meestal ’s winters, maar Prunus-soorten als pruimen, kersen en sierkersen snoei je juist terwijl ze volop in blad staan. Ze zijn namelijk gevoelig voor gomziekte en loodglans, die in de winter makkelijk toeslaan omdat de snoeiwonden dan traag sluiten.

Wil je een pruimen- of kersenboom snoeien, doe dit dan ongeveer één tot twee weken na de oogst. Snoei vooral om licht in de boom te krijgen. Haal takken weg die door het hart groeien, maar laat een korte takstomp staan zodat de takkraag de wond snel afgrendelt.

Zomersnoei
Ook sierkersen kun je het beste midden in de zomer snoeien, als de sterkste (lente)groei voorbij is. Zo ontstaat er minder waterlot. Dat zijn steil groeiende scheuten die je anders volgend jaar opnieuw moet wegknippen.

Dikke takken
Snoeien is overigens geen must. Dikke takken kun je beter latten zitten. Soms reageert de boom er slecht op en kan de tak afsterven, zoals bij het pruimenras ’Victoria’. Bij de kersenboompjes op laagstam is snoei de eerste vijf jaar ook niet nodig. Hoe minder je knipt, des te eerder dragen ze vrucht, waardoor ze kleiner blijven.

Meer weten

Op onze snoeipagina vind je allerhande artikelen met informatie over het snoeien van bomen. Zo weet je precies wanneer en hoe je te werkt moet gaan. Neem een kijkje!