Roos en stokroos stekken

In het verleden heb ik met veel succes zomerstekken genomen van rozen. Uit de tuin van vrienden, maar ook van een mooie soort met een heerlijke geur die in het gemeenteplantsoen stond. Het voordeel van stekken is dat de roos op eigen wortels groeit en niet geënt is op een onderstam. Je heb dus geen last van ongewenste uitlopers van die onderstam. Zo ga je te werk:

• Knip een flinke stengel af die dit seizoen is gevormd. Reken per stek een lengte van 20-25 cm. Uit een stengel kun je dus waarschijnlijk meerdere stekken halen.
• Knip de knop uit de stengel en verwijder het meeste blad. Zorg dat je aan elke stek één of twee bladeren overhoudt.
• Zoek op de stengel naar de sterkste knoppen – knoppen zitten waar het blad heeft gezeten en de tak is daar wat verdikt. Snijd direct onder een knop de stengel schuin af.
• Zet de stengel met de snijkant naar onderen in een potje grond (ca. 7-10 cm diep) en druk de aarde goed aan.
• Geef water.
• Zet de stekken op een schaduwrijke plek en zorg ervoor dat de grond niet uitdroogt.

Hoe nu verder?

Een paar weken na het stekken vallen de bladeren af. Dit is geen reden voor paniek. Houd de stekken tot december buiten en laat ze vervolgens overwinteren in een koude kas of in een koele kamer in huis. Zorg wel steeds voor voldoende licht. Gewoon vergeten is een optie, maar houd dan rekening met wat meer uitval. In het vroege voorjaar (eind februari) zullen de stekken gaan uitlopen. Een teken dat er nieuwe wortels zijn. In de loop van het voorjaar kunnen de planten weer naar buiten. Geef af en toe wat voeding en laat ze doorgroeien tot je wortels onderuit de pot ziet komen. Dan kun je ze verpotten en nog even ‘gecontroleerd’ door laten groeien, of meteen in de volle grond plaatsen.