Hij maakt tuinen met een ziel. Plekken die je hart verwarmen en je keer op keer laten terugkomen voor meer. Voor Frank ter Hedde is zijn bedrijf De Vrije Ruimte een manier om vast te houden aan zijn innerlijke kind. Hij wil als het ware buiten blijven spelen. Ik sprak de tuinfilosoof over een bijzondere stadstuin met speelplek die hij creëerde in Arnhem. Een hoge leiconstructie met speelse elementen zorgt voor een veilig en geborgen gevoel, en geeft de privacy waarnaar de bewoners zo verlangden. Het is een inspirerend voorbeeld van hoe je liefdevol en met lef je tuin kunt afschermen zonder in te leveren op sfeer of vrijheid.
Het is een intiem plekje, deze tuin in Arnhem. Gelegen onder een hoge leiconstructie, aangevuld met speelse elementen als een boomhuis en schommelstoel, was het voornaamste doel het creëren van privacy. Wat materiaalkeuze betreft hield Frank ter Hedde van De Vrije Ruimte het ‘redelijk basic’. Onbehandeld douglashout, beton, oudhollandse tegels en gegalvaniseerd staal werden aangevuld met karakteristieke planten zoals fruitbomen en klimplanten zoals blauweregen, die weelderig tegen en over de leiconstructie groeien. Net na de aanleg leek de tuin nog vooral één en al hout, tot alles begon te groeien. “Dan wordt het in één keer echt spectaculair”, aldus Frank. Gepassioneerd vertelt hij over de tuin die hij met hart en ziel ontwierp én aanlegde.
Achtertuin van 96 m2, op het zuiden.
Nieuwbouw splitlevelwoning.
Jong gezin met twee kinderen.
Het is bijzonder dat Frank zowel ontwerp als aanleg voor zijn rekening neemt en het onderscheidt hem van de meeste tuinontwerpers. “Het hoort bij mijn kijk op tuinen”, zegt hij daarover. “Ik vind het heel ingewikkeld om tuinen door iemand anders te laten aanleggen. Op een tekening zijn het wat lijntjes, maar er zit een bedoeling achter van wat de tuin moet doen en hoe deze moet voelen. Ik ben ervan overtuigd dat je pas definitief keuzes maakt op het moment dat je ermee bezig bent. Op voorhand maak ik wel een ontwerp, maar er is nog zoveel grijs gebied van wat nog niet is ingevuld. Dat vul ik dan echt zelf in.” Of het iets extra’s oplevert dat Frank zowel zelf ontwerpt als aanlegt? “Dat is de vraag, hè. Ik denk het wel.” Maar hij benadrukt dat het geen kunstje is. “Voor mij is het echt hard werken. Ik leg er mijn ziel en zaligheid in, zodat een tuin voor mensen hopelijk een beetje geluk mag brengen.”
De belangrijkste wens van bewoners Marlies en Pieter was privacy. De tuin hoort bij een splitlevelwoning met verschillende niveaus; de openslaande deuren liggen bijvoorbeeld 75 cm boven het maaiveld. Van buitenaf kon iedereen dus zo de tuin inkijken. “Zij zaten echt in een soort aquarium”, vertelt Frank. “De woonkamer is wel 3.60 m hoog en heeft veel glas. Iedereen keek bij hen naar binnen. Het was echt een uitdaging om het een beetje geborgen te maken. Volgens mij is privacy in een tuin echt onontbeerlijk.” Daardoor kreeg hij het hoofdidee van een leiconstructie, die als het ware de tuin overdekt. Op 3 m vanaf de openslaande deuren leiden traptreden naar het peil van de omgeving. De leiconstructie staat op dat lage deel in de grond verankerd. Daardoor is de constructie wel 4,5 m hoog. Frank vond het enorm spannend, want hij kreeg te maken met buren met allerlei meningen en zo’n leiconstructie is natuurlijk ook gewoon ‘een spectaculair ding’.
“Ik wilde graag echt iets doen met lef”, zegt hij daarover. “Daar stonden de bewoners wel voor open. Ik heb natuurlijk ook altijd de klant nodig om lef te kúnnen hebben. Er zijn altijd mensen die bij een tuinontwerp denken: wat is dit nou weer voor iets geks? Het is fijn als een klant daarom ook denkt: ‘nou ja, waarom niet?’” De grote constructie die Frank bouwde, noemt hij bewust geen ‘pergola’. “Pergola klinkt alsof er alleen wat plantjes overheen zullen groeien. Dit is veel meer. De leiconstructie kadert echt ruimte en je kunt er van alles inbouwen, zoals een speelhuisje, en aanhangen, zoals hangstoelen en schommels.” En dat komt goed uit, zo vertelt Frank me, want een tuin staat niet stil. “De kinderen worden ouder, dus kan de tuin met ze meegroeien. Ik zag gelijk voor me dat ik er een hangmat en boomhut in wilde hebben. De leiconstructie is letterlijk een aangrijpingspunt, maar ook figuurlijk, om de ruimte in te nemen. Dat doe ík niet, want ik woon er niet, maar als de bewoners iets bedenken, kan dat dus ook relatief eenvoudig.”
Heel eerlijk? Van deze stadstuin heeft Frank weleens buikpijn gehad. “Als ik aan een tuin begin, is het een voorwaarde dat het een fijne plek wordt. Deze tuin grenst aan de openbare ruimte, waar veel mensen doorheen lopen. Het creëren van intimiteit in de tuin was daarom de grootste uitdaging.” Hij koos ervoor enorm de lucht in te gaan met zijn leiconstructie en lattenwerk. “Het was echt een puzzel om dat goed logisch te krijgen en tegelijkertijd functioneel. Het móest kloppen.” Elk huis heeft volgens Frank bepaalde karakteristieken en elke situatie is anders, wat het nog eens extra uitdaging maakt. Het was hard werken, maar het eindresultaat mag er dan ook zijn. Zijn doel? “Dat de tuin samen met het huis meer wordt dan een huis en een tuin.” Een kloppend hart dus, waar wordt geleefd en gevóeld. Een plek die nooit stilstaat en waar altijd iets gebeurt. “De buitenruimte heeft iets intiems als je er van binnenuit naar kijkt. Hij hoort er helemaal bij. Ik heb daar niet meteen een woord voor.”
Ik probeer hem te helpen als ik vragend verwoord dat de tuin als het ware een verlenging van het huis is, maar daar moet Frank niets van weten. Hij heeft geen zin in ‘al die modetermen’. “Tegelijkertijd is het natuurlijk wel een leefruimte, die tuin”, geeft hij toe. “Een ruimte waar je heel graag bent en waar ook elke keer iets bijzonders gebeurt.” Ook mag ik het van hem best ‘speels’ noemen, dankzij de hangmat, de schommel en het boomhuis, maar de intentie was vooral intimiteit. “Het meest trots ben ik hoe ik de ruimte heb gepakt. Als je de tuin in loopt, voelt het als één geheel. Ik ben er echt trots op hoe ik aansluiting heb gemaakt op het huis. Het is gewoon heel atypisch.”
Onlangs was hij bij mensen op bezoek, nieuwe klanten, voor een eerste gesprek. “Iemand had hun geattendeerd op mijn werk en ze waren verrast door wat ze zagen. Ze zeiden dat ik tuinen maak met een ziel. Een ontroerend compliment, want dat is precies wat ik probeer. Ik wil heel graag dat de tuin een beetje liefde geeft. Elke tuin, elke situatie en alle mensen zijn anders, maar ik probeer altijd een plek te maken waar je zacht wordt. Het is telkens weer een zoektocht en dat zit niet alleen in palen, tegels en plantjes. Nee, het is veel subtieler.”
Akebia quinata (klimaugurk)
Ficus carica (vijg)
Foeniculum vulgare (venkel)
Malus domestica ‘Notarisappel’ (eetappel)
Origanum laevigatum ‘Herrenhausen’ (marjolein)
Prunus domestica ‘Opal’ (pruim)
Pyrus communis ‘Conference’ (peer)
Pyrus communis ‘Gieser Wildeman’ (peer)
Rosmarinus officinalis (rozemarijn)
Salvia officinalis (echte salie)
‘Het creëren van intimiteit in de tuin was de grootste uitdaging.’
Tekst: Ruth Smeets Foto’s en ontwerp: Frank ter Hedde
Laat een reactie achter