Sommige vlinders trekken zuidwaarts, andere komen als pop of eitje de winter door.
Maar de dagpauwoog, kleine vos, citroenvlinder en de gehakkelde aurelia overwinteren hier als vlinder. In de herfst kruipen ze in kiertjes tussen de schors van bomen, maar soms hebben ze binnenshuis een schuilplekje gevonden. Om te overwinteren heeft een vlinder echter een koele plek nodig. De verwarming binnenshuis zal ze uit hun winterslaap halen, waardoor ze te veel op hun reserves interen.
Fladdert er binnen een vlinder rond, vang hem dan voorzichtig (zet er een glas over, waaronder u een papiertje schuift) en breng hem naar de schuur of een vlinderkastje in de tuin. Zo’n kastje is o.a. te koop bij tuincentra en bij Vivara. Zet het op een beschutte plek uit de felle zon vast aan een paal en stop er wat dor blad en twijgjes in, waar het diertje tussen kan kruipen.
Als de vlinder weer in winterslaap gaat, vormt de buitenkou geen probleem.