Watergruwel: het klinkt misschien niet zo smakelijk, maar het is een heerlijk toetje dat al heel lang wordt gegeten! De combinatie van het zoete van de rozijnen en krenten met het zure bessensap en de citroen én het kruidige van de kaneel maakt dit een ideale afsluiter van de maaltijd. Dit recept is bedoeld voor 4 personen.
Ingrediënten
75 g (parel)gort
75 g rozijnen
75 g krenten
1 pijpje kaneel
schil van een citroen
bessensap van 500 g rode aalbessen
suiker naar smaak
Bereiding
1. Er zijn verschillende soorten gort te koop, dus kijk goed op de verpakking hoe de gort bereid moet worden. De gewone parelgort moet minimaal 12 uur weken en daarna nog zeker een uur, zonder deksel, koken in het weekvocht. Voeg het kaneelstokje, krenten, rozijnen en citroenschil toe en laat nog een half uur op een laag pitje doorkoken.
2. Maak ondertussen het bessensap. Spoel de bessen af onder water en verwijder de steeltjes. Pers de bessen handmatig uit in een katoenen doek waarin pitjes en velletjes achterblijven. De pitjes smaken bitter en mogen niet kneuzen. Bessensap kun je ook kant-en-klaar kopen.
3. Ondertussen is het gortmengsel dik geworden en kun je het bessensap en de suiker toevoegen. Laat nog een paar minuutjes doorkoken en verwijder dan het kaneelstokje en de citroenschil. Je kunt watergruwel warm eten, maar op een zomerdag smaakt dit dessert koud het lekkerst. Maak je watergruwel extra feestelijk met een dot slagroom en een trosje bessen.