Veel dieren komen pas na zonsondergang tot leven, denk maar aan de uil, vleermuizen, nachtvlinders en spinnen. Spannend? Welnee, fascinerend juist! Blijf eens wat langer op en zet je zintuigen op scherp! In het donker leeft de tuin door, maar met heel andere bewoners dan je overdag ziet. De nachtbrakers komen pas in de schemer of het holst van de nacht tevoorschijn. Tientallen vlinders gaan eropuit, vleermuizen zwieren langs boomtakken, egels ritselen en snuiven onder de struiken en een muis schiet weg. In het web van een spin spartelt een libel, dit is zijn einde. Een mot blijft maar fladderdansen rond een lantaarnlamp. Het nachtleven in je tuin is enorm divers.
Muizen, spinnen en de bosuil
De bosmuis is vooral ‘s-nachts actief. Hij zoekt dan naar zaden, noten, paddenstoelen, spinnen, rupsen en slakken. In de buurt van zijn hol legt hij voedselvoorraadjes aan, waardoor je ineens een noten- of pindaschil op een gekke plek kunt zien liggen. Zie je een wielweb met maar weinig spaken tussen een boomtak en een muur, waarbij de naaf (het centrum) een stukje uit het midden hangt? Dan schuilt in een nabije kier waarschijnlijk een platte wielwebspin. Die kan zich met bepaalde spieren plat trekken en zich zo verstoppen. ‘s-Nachts gaat hij in zijn web zitten om nachtvlinders en andere vliegende nachtinsecten te vangen. En dan zijn er nog de uilen. Geruisloos vliegen deze dieren door het schemerdonker, op jacht naar een prooi. Ze hebben rust en ruimte nodig, en zoeken daarom hun heil graag in grotere tuinen, maar het komt steeds vaker voor dat in een stadstuin waar oude bomen in de buurt staan, een bosuil opduikt, als die een muis heeft gespot.