Het is leuk om te zien hoe verschillende vogels af en aan vliegen in je tuin. Wil je de vogels herkennen? Wij geven wat tips!

Vink

Herkenbaar aan de twee witte vleugelstrepen. De vink is vooral beroemd vanwege zijn opvallende gezang. Aan het eind hoor je een korte verhoging in tonen en dit wordt de vinkenslag genoemd. Ze leven graag in bossen en boomrijke tuinen.
Zachte plantendelen
Vinken eten graag zachte plantendelen zoals bladknoppen en in het najaar scharrelen ze op de grond op zoek naar beukennootjes en zaden. Je kunt ze ook gemengd strooizaad geven (op de voedertafel of op de grond). In het broedseizoen schakelen ze over op eiwitrijke insecten.

kauw

Kauw

Misschien niet echt een populaire vogel en met zijn donkere verenkleed ziet hij er ook niet zo vriendelijk uit, toch is het sociale leven van de kauw heel interessant. Paartjes blijven hun leven lang bij elkaar en in de groep is een duidelijke rangorde te herkennen. Kauwen broeden op veel verschillende plekken, van konijnenholen tot gaten in muren, en graag in de nabijheid van andere kauwen zodat ze samen een losse kolonie vormen. Kauwen behoren tot de kraaiachtigen, net als roeken, raven en kraaien, en de ekster en de gaai.
Alleseters
Je zit er misschien niet op te wachten om kauwen naar je tuin te lokken en daar hoef je ook niets speciaals voor te doen want het zijn alleseters. Je ziet ze vooral op open stukken, in parken, akkers en weiden dicht in de buurt van mensen. Ze voeden zich met zaden, bessen en wormen, maar ook met slakken, etensresten (patat!) en kadavers.

Lees meer  Help kikkers aan een schuilplaats voor de winter

koperwiek

Koperwiek en kramsvogel

Deze vogels trekken vaak samen op en geven ook de voorkeur aan hetzelfde voedsel en dezelfde leefomgeving. Beide behoren tot de lijsters. De koperwiek is een prachtig beestje met koperrode flanken, een witte wenkbrauwstreep en witte mondstreep. De kramsvogel is vooral in de winter bij ons te zien. Deze vogels hebben een bruine mantel en een grijze kop.
Rozijnen en aardappelen
De vogels houden van besdragende struiken zoals duindoorns, en van rottend fruit. Je kunt ze ook lokken met krenten en rozijnen, kaasresten en gekookte aardappelen (zonder zout).

merel

Merel

Het donkere mannetje en het lichtere vrouwtje zie je overal in zowel de stad als op het platteland. Grappig is dat de jonge vogeltjes groter lijken dan de volwassen dieren, omdat hun verenkleed zo donzig en vol maar ook wat slordig oogt. Merels kunnen tot wel drie nestjes per seizoen hebben, vandaar dat de vogels zo talrijk zijn. In de tuin vind je vaak merelnesten in de klimop, maar zelfs in bamboehagen en dichte struiken worden nesten gemaakt. De vogels zingen er in het voorjaar lustig op los!
Wormen en fruit
Het menu van de merel bestaat uit insecten, wormen, bodemdiertjes, bessen en fruit. Heb je een voerdertafel, dan zul je zien dat de merels graag op rozijnen afkomen, maar klokhuizen en appelschillen vinden ze ook erg lekker.

spreeuw

Spreeuw

Spreeuwen leven graag in grote groepen en dat hoor je! In het najaar wordt de toch al talrijke populatie nog groter als de spreeuwen uit Noord-Europa hier neerstrijken. Rond de slaapplaatsen zie je soms wolken van duizenden spreeuwen. Het verenkleed van de spreeuw is in de winter zwart met een paarsgroene gloed en witte spikkels.
Emelten en fruit
Op golfbanen zijn de spreeuwen graag geziene gasten aangezien ze de emelten uit het gazon pikken. Ze eten ook graag andere insecten, bessen en fruit zoals appels.

Lees meer  Het is weer tekentijd

huismus

Huismus

De mus is de meest voorkomende vogel in tuinen, alhoewel dit vogeltje ook wordt bedreigd omdat ons landschap veel te netjes dreigt te worden. Zo bieden platte daken geen nestgelegenheid meer voor de vogels. Ook verzamelen de huismussen graag insecten uit uitwerpselen van dieren, maar veel vee staat op stal. Je kunt wel je steentje bijdragen door voor een groene tuin met (liguster)hagen te zorgen en een natuurlijke vijver met riet waar insecten op afkomen aan te leggen.
Pitjes en zaden
De huismus eet graag pitjes en zaden (gemengd strooizaad), etensresten en bruin brood. De heggenmus eet ook graag meelwormen, bessen, maden en larven.

winterkoning

Winterkoning

Ondanks zijn naam is dit piepkleine vogeltje (10 cm) niet echt bestand tegen hele lage temperaturen. Toch is de winterkoning een standvogel die in de herfst niet naar het zuiden trekt. Het mannetje maakt diverse nesten, waarna het vrouwtje het beste nestje uitkiest. Vervolgens gaat het mannetje op zoek naar een nieuw vrouwtje voor een van de overige nesten. Het winterkoninkje lijkt een nerveus beestje dat vliegt met snelle vleugelslagen en op de grond onrustig heen en weer hipt met een opwippend staartje.
Spinnetjes en zaadjes
Het winterkoninkje is dol op kleine insecten, rupsen, larven, spinnetjes en zaadjes. Met hun fijne snavel kunnen de vogels zelfs uit smalle spleten en boomschors beestjes lospeuteren. Winterkoninkjes zullen niet snel op een onbeschermde voedertafel afkomen, maar als je wat zaadjes onder dicht struikgewas strooit, voelen ze zich wel vrij om daar van te eten.

 Meer vogels herkennen? Klik hier!

Lees meer  Voer voor vogels als handige hulptroepen

Tekst: met dank aan Natuurpunt  België en Vogelbescherming Nederland