Voordat de grote, kogelronde knoppen zich openen zijn pioenen ofwel pioenrozen al spectaculair. Als dan uiteindelijk de betoverende bloemen tevoorschijn komen is het feest!
Geschiedenis pioenen
In de achttiende eeuw waren botanisten in Europa zeer opgetogen toen ze kennismaakten met de eerste cultivars van Paeonia lactiflora, afkomstig uit China. Tot dan toe waren er hier geen andere vasteplantpioenen bekend dan de minder verfijnde boerenpioenen (Paeonia officinalis).
Handje kalk
Wie op kleigrond tuiniert heeft geluk, want hierop gedijen pioenen het beste. Tenminste, als de klei voldoende humus bevat maar dat is eenvoudig toe te voegen door er een flinke lading compost doorheen te mengen. Zandgrond is minder geschikt. Organische mest, het liefst gerijpte stalmest verrijkt de arme bodem met voedingstoffen en verbetert tevens de bodemstructuur, waardoor vocht langer wordt vastgehouden. Pioenen houden overigens niet van zure grond. Kleigrond is ook wat dat betreft ideaal. Tuinier je op zand- of veengrond, geef ze dan regelmatig een handje kalk of dolomietkorrels.
Voldoende voeding en vocht
Pioenen – zowel vasteplant- als boompioenen – hebben voldoende voeding én vocht nodig, zo luidt de stelregel. Krijgen ze te weinig, dan vormen ze alleen bladeren en niet de felbegeerde bloemen.
Boompioen
De boompioen is een heel ander type pioen; in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden is dit geen boom maar een forse, bladverliezende struik waarvan sommige soorten en cultivars in ons klimaat meer dan 2 m hoog kunnen worden.
Sterk en gezond
Net zoals hosta’s zijn pioenen zeer standvastige planten die decennialang op dezelfde plek kunnen floreren. Aan verplanten hebben ze een hekel en het kan zomaar een paar jaar duren, voordat een verplant exemplaar weer wil bloeien. Daarom is het bij aanplant van een nieuwe pioen zaak om meteen de juiste plek te kiezen.
Een ruime en zonnige plek
Alle pioenen houden van zon, maar een plek in de halfschaduw kan óók. Ze kunnen breed uitgroeien en concurreren niet graag met andere planten, dus geef ze de ruimte.
Mieren
Op pioenen zitten vaak mieren, ze snoepen van de zoete substantie die door de knoppen wordt uitgescheiden maar doen verder geen kwaad. Zijn de knoppen eenmaal open, dan zijn de mieren verdwenen. Zelden komen ziektes zoals stengelrot, grauwe schimmel of verwelkingsziekte voor. Dat gebeurt alleen als de plant het niet naar zijn zin heeft. Normaal gesproken zijn pioenen sterk en gezond!
Pioenrozen combineren
Een ‘gewone’ pioenroos past goed in de vasteplantenborder, waar hij mooi combineert met onder meer Alchemilla mollis (vrouwenmantel), cultivars van Salvia nemorosa of Geranium. Hij is bovendien ook heel geschikt als snijbloem.
Tips voor aanschaf & aanplant pioenen
* Schaf bij voorkeur pioenen in grote potten aan. Deze bloeien vaak al het eerste jaar, terwijl de bloei van pioenen die in kleine potjes zijn opgekweekt enkele jaren op zich laat wachten.
* Gevulde pioenen hebben meestal steun nodig omdat ze topzwaar zijn. Heb je liever bloemen die uit zichzelf overeind blijven, kies dan voor pioenen met halfgevulde of enkele bloemen.
* Houd je van geur, dan zijn pioenroos ’Coral Sunset’ (gevuld, abrikooskleur), ’Sea Shell’ (enkelvoudig, lilaroze) en de bekroonde ’Duchesse de Nemours’ (gevuld, zuiver wit) aanraders. Op een beschutte plek heb je van de geur het meeste plezier!
* De beste planttijd is september-oktober, de planten maken dan vóór de winter nog nieuwe haarwortels. Bescherm ze de eerste winter wel tegen vorst.
* Plant je aan het begin van de herfst (september-oktober), dan kun je kiezen voor pioenen met kale wortel. Bij pioenenkwekers zoals Warmerdam Paeonia is hiervan een groot sortiment verkrijgbaar.
* Plant pioenen in ‘verse’ grond en niet daar waar al eerder pioenen stonden.
* Bij pioenen is de plantdiepte heel belangrijk; plant je vasteplantpioenen te diep dan bloeien ze niet! Zorg dat de neuzen maximaal 5 cm onder de grond komen. Plant boompioenen en Itoh-hybriden net zo diep als ze in de pot stonden.
Verplant ik pioenen met kluit of eerst delen en hoe!!!!