Er bestaan veel vooroordelen en fabels over camelia’s. Hoe het precies ziet? Ton Hannink is groot liefhebber van camelia. Hij geeft uitleg bij fabels over camelia’s.

Fabel 1. ‘Camellia x williamsii is het meest winterhard.

’In een strenge winter heeft deze camelia meer vorstschade opgelopen dan Camellia japonica. Het best bestand tegen onze winters is Camellia oleifera.

Fabel 2 ‘Camelia in de ochtendzon en vorst = kans op uitdrogen.’

Sommige camelia’s in Tons tuin staan al jarenlang op een plek in de ochtendzon en doen het geweldig. Kleine en pas geplante camelia’s zijn wel vorstgevoelig, ongeacht waar ze staan. Behandel een kleine camelia daarom als kuipplant en plant deze pas in de tuin als hij ongeveer 1 m hoog is. Plant een camelia nooit in het najaar maar in het voorjaar; er kunnen zich dan vóór de winter voldoende nieuwe wortels vormen. Bij koude oostenwind is het mogelijk dat er toppen bevriezen, knip deze in het voorjaar gewoon af.

Fabel 3 ‘Een camelia gedijt alleen in halfschaduw.’

Camellia sasanqua heeft vrij veel zon nodig en in Tons tuin staan ze dan ook de hele middag in de volle zon. Plant ze nooit op een droge plek want camelia’s houden van humeuze, enigszins zure grond. Meng daarom voldoende compost en tuinturf door het plantgat. Ook belangrijk: laat afgevallen (herfst)blad in de border liggen. Dit vormt een waardevolle mulchlaag die uitdrogen van de grond voorkomt. Als het blad verteert, komen de voedingsstoffen bovendien terug in de aarde.

Fabel 4 ‘Een camelia heeft snel last van gele bladeren.’

Geel blad ontstaat alleen als de plant te droog staat of als er sprake is van magnesiumgebrek. Een camelia houdt nu eenmaal van humeuze grond die voldoende vocht vasthoudt. Is de grond in goede conditie, dan gedijt de heester prima in de volle zon. Zet hem anders onder een groep bomen waar de grond niet te droog is.

Fabel 5 ‘Draai een camelia niet, anders vallen de bloemknoppen af.’

Knopval heeft niets te maken met het draaien van de plant ten opzichte van het licht. Ton verplaatste zijn camelia’s in pot talloze keren van binnen naar buiten en weer naar binnen, zonder knopval. Wel is het zo dat C. japonica in het algemeen sneller knoppen laat vallen dan C. sasanqua.

Fabel 6 ‘Het stekken van camelia’s is erg moeilijk.’

Ton Hannink stekt zelf van cultivars van C. japonica en C. sasanqua en dit gaat uitstekend. Houd er wel rekening mee dat de stekken een bodemwarmte van minstens 22 ˚C nodig hebben.

Fabel 7 ‘Geelbloeiende camelia’s bestaan niet.’

Er zijn nu al verschillende botanische camelia’s die geel bloeien, zoals C. nitidissima.

Fabel 8 ‘Een camelia wordt te groot in de tuin omdat hij niet mag worden gesnoeid.’

Als je al vroeg begint met het snoeien van een  jonge plant en deze blijft snoeien dan is de grootte van een camelia goed binnen de perken te houden.

Lees hier wat je nog meer moet weten over camelia.