Ik houd van elke maand in het voorjaar, maar van april het meest! Alles wordt weer groen, alsof Moeder Natuur officieel het startschot heeft gegeven voor maanden tuinplezier. April is voor mij een drukke tijd. Want als je veel zaait, moet je ook veel verspenen.
Van alle klusjes die in april op de planning staan, is verspenen het belangrijkst. Als je vorige maand tenminste bent begonnen met het zaaien van je favoriete gewassen. Verspenen is noodzakelijk om elk plantje voldoende ruimte te geven om ongehinderd te kunnen groeien. Ik vergelijk het altijd met het onderscheiden van baby’s en peuters. De zaailingen zijn net groot genoeg om hun eigen boontjes te doppen, om hun eerste stapjes te zetten. En ze hebben er simpelweg ook nood aan, want in de zaai- en stekgrond waarin ze gezaaid werden, raken de voedingsstoffen heel snel op.
Wanneer verspenen?
Wanneer je kunt verspenen, hangt af van het zaaimoment. Je kunt er niet echt een moment of periode op vastpinnen, want elk zaaisel is verschillend. Gelukkig vertellen de eerste échte blaadjes je wel min of meer dat het tijd is geworden. Zodra je die ziet verschijnen, kun je dus aan de slag. Wist je trouwens dat de eerste blaadjes geen echte blaadjes zijn? We noemen dat kiemblaadjes of zaadlobben. De echte blaadjes – dus de blaadjes die zeggen dat je kunt gaan verspenen – komen pas na twee tot drie weken; deze blaadjes vormen ook de basis van je nieuwe planten. Kiemblaadjes verdwijnen overigens na een paar maanden. Ze zijn er alleen om de eerste echte zonnestralen op te vangen en groei te stimuleren.
Ook interessant: Tomatenplantjes verspenen
Pas op het steeltje!
Ik maak altijd gebruik van een klein vorkje om de zaailingen los te maken. Zaai- en stekgrond is luchtig, dus dat zou geen problemen mogen opleveren. Pak de fragiele plantjes nooit bij het tere steeltje vast. Pak het kiemblaadje vast en verplaats het op die manier van A naar B. Zo beschadig je nooit het steeltje, omdat je het misschien net even te stevig vastpakt. Ik vul de potjes ook altijd boordevol potgrond, in grote hoopjes. Als kleine vulkanen prik ik er met mijn wijsvinger diepe gaten in. In elk gat komt een zaailing, die ik meestal tot aan de eerste echte blaadjes in de grond stop. Gat dichtmaken, lichtjes aandrukken en klaar. Op die manier kom je nooit echt in contact met het jonge steeltje, en kun je er zeker van zijn dat de plant een goede start maakt.
Water geven
Na het verspenen, dat een intensief werkje kan zijn als je veel planten hebt, geef ik de eerste anderhalve week water in het potje. De wortels zijn aan het begin van hun jonge bestaan nog niet in staat om zelf water omhoog te krijgen. Pas na die tijd geef ik water in een schaal of bakje onder het potje; zo stimuleer je het wortelgestel om zich goed te ontwikkelen en zelf actief op zoek te gaan. Geen luie wortels in mijn tuin!
Angelo Dorny is moestuinier én groenredacteur. Hij schreef acht boeken, is de groenspecialist van de Vlaamse zender Radio 2 en post wekelijks nieuwe vlogs op zijn YouTube-kanaal. Hij leidt je door alle seizoenen in de moestuin. Meer weten? Kijk op tv.angelodorny.be en www.angelodorny.be.
Lees ook: Angelo’s tips tegen slakken