Lavendel snoeien is niet moeilijk en hoeft maar twee keer per jaar te gebeuren: voor de bloei in april en direct na de bloei in september. Lees hieronder hoe je het snoeien van je lavendel het beste aanpakt.
Wanneer lavendel snoeien?
April en na de bloei (veelal september) zijn dé momenten om lavendel te snoeien. Heb je in april nog te maken met nachtvorst? Wacht dan nog even met het snoeien van lavendel zodat de snoeiwonden niet zullen bevriezen. De najaarssnoei is bedoelt om de lavendel mooi in vorm te houden. Daarmee voorkom je dat de struikjes onderaan kaal worden of snel uit elkaar vallen. Wanneer de plant nog tot ver in oktober bloeit – door een warme nazomer – kun je hem beter niet meer snoeien en wachten tot het voorjaar. De net gesnoeide planten kunnen zo niet bevriezen door eventuele (nacht)vorst.
Hoe moet je lavendel snoeien?
De basisregel bij lavendel snoeien is dat je nooit tot op het kale, verhoute deel knipt. Zorg dat er tenminste nog één grijsgroen vlak aan de plant zit, anders zal de lavendel niet meer uitlopen. Houd dit in je achterhoofd wanneer je in het voorjaar de lavendel flink terugsnoeit. Dit mag gerust tot zo’n 15 cm boven de grond. In het najaar kort je de struik alleen een stukje in en verwijder je de uitgebloeide bloemstelen.
Tip: Gooi het snoeiknipsel niet weg! Laat het drogen, doe wat in een katoenen zakje en leg dat in de linnenkast.