Druiven zijn heerlijk, gezond en, met de juiste aanpak, makkelijk zelf te kweken. Met een druivenstruik creëer je vakantie in eigen tuin: op een zwoele zomeravond met een drankje en een hapje onder de met druiven begroeide pergola. Zelfs als je een kleine tuin hebt, kun je deze struik prima planten. Wil je er ook letterlijk de vruchten van plukken? Kies dan voor een ras dat geschikt is voor ons klimaat zoals ‘Vroege van der Laan’ (wit) en ‘Glorie van Boskoop'(blauw).

Waar plant je druiven?

Druiven groeien het liefst op een zonnig plekje in de tuin. Ze verlangen een stevige, voedzame bodem, het liefst een kalkrijke bodem. Op zure veengrond zullen druiven niet echt gedijen en ook zware kleigrond is moeilijk voor de druif. Zandgrond moet je flink verbeteren met compost, zodat de bodem vocht en voedingsstoffen goed vasthoudt. De grond moet water goed vasthouden, maar moet het ook goed draineren. Druiven hebben namelijk een hekel aan water dat blijft staan, de zogenaamde ‘natte voeten’. Stilstaand water kan wortelrot en schimmels veroorzaken, met sterfte tot gevolg.

Laat vooraf een flinke portie compost aanrukken en plant ze tegen een zuidmuur, klimrek of prieel, daar voelen ze zich op hun best. Zet de druif op ongeveer 10 cm afstand van de paal van de pergola of ongeveer 30 cm van de muur. Zorg voor een ruim plantgat. Zet ze bovendien op een plek waar het af en toe waait, dat zorgt ervoor dat water op de bladeren snel opdroogt waardoor de kans op schimmels minder wordt.

Lees meer  Tips voor citrusplanten van Ben Buynsters

druif in eigen tuin

Verzorging

Om het onkruid de baas te blijven en om verdamping uit de grond te vermijden, kun je het beste een flinke mulchlaag aanbrengen, aan de basis van de plant. Geef de planten regelmatig water, vooral aan het begin van de teelt.

Druiven oogsten en bewaren

Wanneer je precies druiven oogst, is afhankelijk van de soort die je hebt aangeplant. Er bestaan vroege rassen maar ook late variëteiten. Meestal oogst je vanaf augustus tot oktober, net voor de eerste nachtvorst. Druiven oogst je pas wanneer de hele tros rijp is en wat zachter begint aan te voelen. Af en toe proeven is uiteraard toegestaan. Knip de trossen met een schaartje van de plant, dat voorkomt schade. Bewaar druiven in de woonkamer op kamertemperatuur of leg ze in de garage waar de omgeving wat gunstiger is om ze langer te bewaren. Vermijd de koelkast, dat beïnvloedt de smaak en textuur van de bessen.

druiven in de tuin

Tips & weetjes over druiven in eigen tuin

Maak een ruim plantgat.
Laat de plant vooraf een halfuurtje water opnemen in een emmer of schaal.
Voeg meteen in het plantgat een royale hoeveelheid compost toe, samen met wat goed verteerde stalmest.
Plant een druif nooit dieper dan de entplaats, dat zorgt voor problemen. Plant ze even diep als de pot waarin ze groeide.
Geef water in het plantgat en maak dicht.
Druk de aarde rondom aan en voorzie meteen een klimrekje of steunstok waar ze straks tegenaan kunnen groeien.
Druiven groeien het best op een bodem met pH-waarde 6 of 7. Laat daarom (twee)jaarlijks een bodemanalyse uitvoeren en bekalk indien nodig.
 Snoei druiven in de winter en dun in de zomer de bladscheuten uit. Kijk voor tips bij Druiven snoeien: wanneer en hoe?