Zie jij je border graag uitgroeien tot het perfecte plaatje? Dan is er in juni werk aan de winkel! Want naast het wieden, steunen van planten en afknippen van uitgebloeide bloemen, kun je je border nog eens extra finetunen. Groenredacteur Annemarie Görts deelt haar tips en trucs.
1. Op tijd wieden
Aan dit klusje hebben veel mensen een hekel, maar met een volle, dichtgegroeide border heeft onkruid weinig kans. Ook een mulchlaag tussen de planten – bijvoorbeeld van compost – helpt hierbij. Zelf heb ik nog nooit een ‘wiedronde’ door mijn tuin gedaan, ik heb amper onkruid in mijn borders. In het voorbijgaan pluk ik wel eens een onkruidje weg en that’s it!Belangrijk is wel het moment van wieden. Verwijder het onkruid voordat het in zaad schiet, dan scheelt dat later een boel wiedwerk! Erg handig is een schrepel, ofwel een handschoffel, waarmee je makkelijk tussen de planten door kunt werken.
Tip!
Trek onkruid dat toch al zaad heeft gevormd voorzichtig uit en gooi het in de groenbak, niet op de composthoop. Dat geldt ook voor wortelonkruiden zoals zevenblad.
2. Deadheading
Deadheading noemen de Britten het uitknippen van verwelkte bloemen. Ga hiervoor regelmatig met een schaar door de tuin en je border blijft fris en fruitig; bruine, verdorde bloemen aan bijvoorbeeld je daglelies en irissen verstoren het frisse beeld. Maar dat is niet de enige reden voor deadheading. Veel vaste planten en eenjarigen produceren nieuwe bloemen als je de verwelkte bloemen (of bloeistengels) tijdig verwijdert. Op deze manier geven bijvoorbeeld riddersporen en lupinen beduidend meer kleur aan je border!
Bij planten die mooie zaaddozen geven, laat je de bloemen juist ongemoeid, zoals bij Papaver, Phlomis russeliana (brandkruid), Allium (sierui) en Nigella damascena (juffertje-in-het-groen). De zaaddozen van deze schoonheden geven langdurig extra sierwaarde aan de border.
Rozen
Rozen geven meer bloemen als je er regelmatig met de schaar langsgaat. Vooral bij mijn geurende klimroos ‘Jasmina’, met haar grote, roze, komvormige bloemen, is dat wel even werk, maar het effect is groot! Niet alleen zijn de bruin geworden bloemtrossen geen gezicht, ze tijdig afknippen levert later in de zomer een rijke herbloei op.
Bij het deadheaden van rozen knip je niet alleen de verwelkte bloemen af, je knipt de uitgebloeide stengels af vlak boven een gezond blad. Omdat mijn ‘Jasmina’ vaak een beetje is aangetast door sterroetdauw, deponeer ik al het snoeisel van deze roos in de groenbak. Normaal probeer ik door composteren en mulchen zoveel mogelijk snoeiafval in mijn tuin te houden, maar in dit geval neem ik liever geen risico, om verdere verspreiding van de schimmel zoveel mogelijk te voorkomen.
Rododendrons
Sommige planten steken na de bloei zoveel energie in de vorming van zaad, dat dit ten koste gaat van de plant zelf. Daarom breek ik bij mijn rododendron, die het ’s zomers vaak toch al moeilijk heeft op onze arme zandgrond, jaarlijks de uitgebloeide bloemen af. Een meditatief klusje dat heel voorzichtig moet gebeuren om de kwetsbare scheuten eronder niet te beschadigen.
Tulpen
Nu ook de laatbloeiende tulpen zijn uitgebloeid, is het slim om ook hier de verwelkte bloemen (boven aan de stengel) af te breken om zaadvorming te voorkomen. Verwijder de stengels niet en laat ook het loof zitten totdat alles volledig is verdord. Zo kan alle energie uit het bladgroen terugvloeien naar de bol, dit komt ten goede aan de bloei volgende voorjaar.
Geen zin om wekenlang tegen het afstervende tulpenblad aan te kijken? Haal de bollen dan voorzichtig uit de grond en herplant ze op een plekje waar het afstervende loof je niet stoort. Vergeet dan niet om de bollen later alsnog te rooien, om ze op een warme, droge plek over te houden voordat je ze in de herfst weer uitplant.
Tip!
Bij rozen die bottels vormen, zoals bij mijn klimroos ‘Ghislaine de Féligonde’, laat ik de uitgebloeide bloemen gewoon zitten. Anders mis je in de nazomer en herfst de fraaie bottels!
3. Steuntje nodig?
Zonder goede steun kunnen hoge vaste planten zoals riddersporen, dahlia’s en herfstasters makkelijk gaan overhellen of omwaaien. Dit voorkom je door tijdig actie te ondernemen. Want als je er te laat mee begint, als de plantenstengels al uit elkaar zijn gevallen, dan is het moeilijk om de boel alsnog in het gareel te krijgen. Met tonkinstokken en een touwtje heb ik dat ooit geprobeerd bij herfstaster ‘Vasterival’, maar er was geen eer meer aan te behalen.
Inmiddels ben ik wijzer en ga ik eind mei-begin juni aan de slag. Niet meer met tonkinstokken en tuintouw (wat een gedoe!), maar met plantensteunen van roestig betonijzer. Deze door manlief gemaakte halve ringen op poten, in diverse maten en hoogten, prik ik simpelweg in de grond daar waar steun nodig is; bij Persicaria’s en dahlia’s, en zelfs bij een paar siergrassen, die anders teveel over het pad zouden gaan hangen. Door de roestbruine kleur vallen deze plantensteunen amper op. Ideaal!
Creatief met rijshout
In Engeland wordt vaak rijshout gebruikt als plantensteun. Dun, taai, vertakt snoeihout wordt dan al vroeg in het voorjaar in de border geprikt, de hoog opgaande planten groeien er vanzelf tussendoor. Zelf gebruik ik de lange, dode takken van een oude ligusterhaag als rijshout. Om niet te lang tegen dit kale hout aan te kijken, steek ik dit vaak pas eind mei of in juni tussen mijn hoge herfstasters en het werkt perfect.
Lekker stabiel
Heb je een hekel aan het steunen of aanbinden van planten? Kies dan soorten die uit zichzelf mooi rechtop blijven staan zoals Phlox (vlambloem), Chelone (schildpadbloem), Veronicastrum virginicum (Virginische ereprijs) of Helianthus ‘Lemon Queen’ (vaste zonnebloem). Wat ook helpt om hoge vaste planten ‘stabieler’ te maken, is ze tijdig terug te knippen (zie ‘Chelsea chop’).
Tip!
Ook pioenrozen, riddersporen en lelies help je door ze te steunen.
4. De Chelsea chop
In Engeland is de Chelsea chop een algemeen bekend begrip onder tuiniers. Door vaste planten tijdig te snoeien, worden ze mooi compact en bossiger en krijgen ze meer bloeistengels. Een trucje waar de kwekers dankbaar gebruik van maken, want zo staan ze precies op tijd voor de Chelsea Flower Show, eind mei, in volle bloei. Daarnaast is het moment van de show ook een handige reminder voor tuiniers dat ze weer aan de slag kunnen met de ‘de chop’. Dit terug knippen van vaste planten kun je doen tot de langste dag, dus tot 21 juni. Knip je bijvoorbeeld een hoge herfstaster terug, dan blijft deze veel compacter. Dit heeft als voordeel dat de stengels minder snel uit elkaar zullen vallen. Ook zal de plant wat later bloeien dan normaal.
Pak je de Chelsea chop slim aan, dan kun je ook de bloeitijd van een plant verlengen. Knip bijvoorbeeld sommige Phloxen in je border wel, en andere niet terug. Voor een extra lange bloei kun je er ook voor kiezen om binnen één pol de helft van het aantal stengels in te korten.Tip!Sommige planten, zoals Alchemilla mollis (vrouwenmantel), bloeien later in het seizoen nóg een keer als je ze na de hoofdbloei (en liefst vóór 21 juni) tot vlak boven de grond terug knipt. Het ziet er even kaal uit, maar al snel verschijnt er weer frisgroen blad. De herbloei is wel minder uitbundig dan de hoofdbloei.
5. Gaten opvullen met langbloeiers
Hoe zorgvuldig je border ook is opgebouwd, er kan altijd ergens een gat vallen. Op een zonnige plek los je dat eenvoudig op met eenjarige zomerbloeiers. Nu geplant, heb je er nog de hele zomer plezier van! Dat geldt ook voor dahlia’s of andere zomerbloeiers in pot, die zijn tegenwoordig bij veel tuincentra en kwekerijen verkrijgbaar. Vind je het niet erg om wat langer tegen een kale plek aan te kijken? Dan kun je er ook zelf nog wat bloemen zaaien of zomerbollen planten. Het duurt dan wel weken langer voordat ze kleur aan je border geven.
In de halfschaduw
Heb je een kale plek in de halfschaduw, dan zou je er een hosta kunnen planten. Bang voor slakkenvraat? Leg er een rand zaagsel of schelpengrit omheen of zet de hosta in een mooie pot en plaats die in de border. Makkelijk én jaarrond mooi is een wintergroene varen zoals Polystichum setiferum ‘Herrenhausen’ (zachte naaldvaren). Deze varen met zijn fijn geveerde blad is ijzersterk en doet het zelfs goed op arme zandgrond. Heb je nog een plekje in de halfschaduw op te vullen waar je wat meer kleur wilt, plant er dan eens een Fuchsia, ofwel bellenplant.Naast de Fuchsia’s met grote bellen, die als zomergoed worden aangeboden, zijn er ook natuurlijke, winterharde soorten, zoals Fuchsia magellanica ‘Riccartonii’ of ‘Versicolor’. Beide ogen heel natuurlijk en bloeien net als de ‘gewone’ bellenplant door tot in oktober. Ze vragen wel beduidend meer ruimte, want ze kunnen wel 1-1,5 m hoog en breed worden!