Voorjaarsbloeiende bollen zorgen niet alleen voor extra kleur in de tuin, ze bevatten vaak ook nectar en stuifmeel waar bijen dol op zijn. Zo vroeg in het jaar bloeit er verder nog niet veel en daarom is dit krachtvoer voor hen onmisbaar. Poot deze herfst dus massaal voorjaarsbloeiende bollen voor bijen!
Sinds ik jaren terug de bloembollen heb ontdekt, als aanvulling in mijn voorjaarstuin, ben ik verkocht. Elk jaar breidt het bollentapijt in mijn tuin zich uit, niet alleen omdat het voornamelijk verwilderingsbollen zijn, maar ook omdat ik steeds weer andere bollen uitprobeer. En natuurlijk houd ik daarbij rekening met de bijen. Want waarom zou je alleen maar bloembollen willen voor ‘de mooi’ als ze ook een nuttige, ecologische functie kunnen vervullen? Bijen (en andere insecten) hebben het moeilijk en daarom probeer ik op mijn lapje grond zoveel mogelijk bollen voor bijen te poten.
In januari beginnen in mijn voortuin de eerste sneeuwklokjes te bloeien, samen met de kleine, hardroze cyclamen (Cyclamen coum). Als in februari de eerste krokussen en de botanische narcissen tussen het gras naar boven piepen, is de voorheen zo saaie grasmat een feest van kleur. De bijen en hommels zijn er maar wat blij mee. Op zonnige dagen zie ik hoe ze van bloem naar bloem gaan. De bloemen van de krokussen staan dan wijd open, waardoor ze gemakkelijk bij het stuifmeel en de nectar kunnen komen. Bij de kleinbloemige narcissen moeten ze wat meer moeite doen, ik zie ze dan diep in de buisbloem kruipen om bij het lekkers te komen. Maar vanaf dan begint het feest van bloemen en nectar pas echt! Verwilderingsbollen, zoals de felblauwe sterhyacint (Scilla siberica), de lichtblauwe sneeuwroem (Chionodoxa luciliae) en de paars-blauwe oosterse anemonen (Anemone blanda), die enkele weken later bloeien, zorgen voor kleur in onze vroege voorjaarstuin én voor voedsel voor bijen. De oude wijfjes (Ipheion uniflorum), met hun subtiele zachtblauwe bloemen, en de weelderige blauwe boshyacinten (Hyacinthoides non-scripta) hebben het erg naar hun zin onder de meerstammige gele zeepboom (Koelreuteria paniculata).
Een makkelijke manier om je tuin in het vroege voorjaar bijvriendelijk te maken, is door het poten van allerlei verwilderingsbollen voor bijen. Dit type bollen is niet (of nauwelijks) veredeld, waardoor ze hun natuurlijke bloemvorm hebben behouden en nectar en stuifmeel goed bereikbaar zijn voor bijen. Omdat verschillende soorten bolgewassen verschillende insectensoorten aantrekken, is het goed om een gevarieerd sortiment in je tuin te hebben. Zo levert de oosterse anemoon vooral stuifmeel aan wilde bijen en honingbijen, en is het stuifmeel van blauwe druifjes in trek bij hommels, wilde (zand)bijen, honingbijen én vlinders. De wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus) is juist weer favoriet bij sluipwespen en sluipvliegen. Dit zijn weliswaar geen bijen, maar ook voor dit soort insecten is het moeilijk om aan voldoende voedsel te komen.
Door te variëren in soorten én in bloeitijden kun je al deze insecten maandenlang een snoepwinkel bieden! Plant verwilderingsbollen in het gazon of in de border of onder bladverliezendende struiken of bomen, waar ze zich ongestoord mogen vermeerderen. Zoals bij alle bollen is goed doorlatende grond wel een vereiste. Dit voorkomt het wegrotten van de bollen.
Bijen laten grootbloemige tulpen en narcissen links liggen, want die hebben hen niks te bieden. Kies in een bijvriendelijke tuin daarom voor botanische tulpen en narcissen; ze ogen natuurlijker, hebben wat kleinere bloemen, maar zijn minstens zo mooi. In mijn door grote eiken overhuifde voortuin doen botanische narcisjes het prima. In het vroege voorjaar profiteren ze nog van de zon die door de takken van de nog kale bomen schijnt. Dat het in de zomer koel en schaduwrijk is, deert ze niet. Botanische tulpen daarentegen, hebben ’s zomers – als ze zich onder de grond hebben teruggetrokken – wel veel warmte nodig. Ook de kogellook (Allium sphaerocephalon), Bulgaarse ui (Nectaroscordum siculum) en prairielelie (Camassia) zijn niet geschikt voor onder de grote bomen in mijn voortuin. In onze zonnige achtertuin doen deze warmteminnaars het dan wel weer prima. Tot ver in juni vormen de nectarrijke bolgewassen een prachtige aanvulling op de vaste planten. En tegen de tijd dat het zomer is, staat er zoveel in bloei dat er voor de bijen genoeg valt te halen!
Tekst gaat verder onder de foto.
Nectaroscordum siculum
Ook deze herfst breid ik het bollensortiment in mijn tuin weer uit. Eerdaags pak ik mijn bollenpoter om de net binnengekomen aanwinsten te planten. Ik ga diverse botanische tulpjes uitproberen, waaronder Tulipa tarda (vrolijke, geel-met-witte bloemen en heerlijk geurend), en ook de vochtminnende Leucojum aestivum ‘Gravetye Giant’; deze heet weliswaar zomerklokje, maar bloeit al in mei. Omdat ik steeds milieubewuster wil leven en tuinieren, heb ik gekozen voor biologisch bloembollen, geteeld zonder kunstmest en pesticiden. Dat is beter voor het milieu en de biodiversiteit, en dus ook voor de bijen. Voor jou als tuinier hebben bio-bollen ook een voordeel. Omdat ze vrij zijn van pesticiden, weet je zeker dat er geen residu van deze chemische stoffen in jouw tuingrond terechtkomt. Gelukkig zijn er steeds meer biologische bollen en voorjaarsbloeiende bollen voor bijen verkrijgbaar!
Hebben de bolletjes het naar hun zin, dan vormen ze op den duur een kleurig bloementapijt in het vroege voorjaar.
bloeitijd: maart-april | hoogte: 15 cm | standplaats: zon-schaduw
Eén van de hoogste blauwe druifjes. Geschikt voor in een pot of voor verwildering.
bloeitijd: maart-april | hoogte: 10 cm | standplaats: zon-halfschaduw
Deze sierui staat mooi tussen vaste planten of siergrassen en breidt zich geleidelijk uit door
bloeitijd: mei-juni | hoogte: 50 cm | standplaats: zon-halfschaduw
Leuk voor in potten, in het gazon of vooraan in de border. Wordt in het voorjaar vaak bloeiend in pot aangeboden.
bloeitijd: maart-april | hoogte: 20 cm | standplaats: zon-halfschaduw
Doet denken aan het sneeuwklokje maar is veel forser. Ook geeft hij meerdere bloemen per stengel. Houdt van vochtige grond.
bloeitijd: april-mei | hoogte: 35 cm | standplaats: zon-halfschaduw
Een grote groep prairielelies zorgt voor een echt wow-effect! Geschikt voor een vaste planten border of bloemenweide.
bloeitijd: mei-juni | hoogte: 80-100 cm | standplaats: zon-halfschaduw
Deze beauty vraagt een zonnige, warme plek maar is in ons klimaat helaas meestal na een paar jaar verdwenen.
bloeitijd: april-mei | hoogte: 90 cm | standplaats: zon
Op een warme, zonnige plek zal dit vrolijke tulpje zich vanzelf uitbreiden.
bloeitijd: maart-april | hoogte: 10 cm | standplaats: zon-halfschaduw
* Deze bollen houden van enigszins vochtige grond.
Met deze zes stappen kun je nog meer biodiversiteit creëren in de tuin!
Laat een reactie achter