Wie een beetje begaan is met het milieu, of het simpelweg zonde vindt om iets weg te gooien, kan prima hergebruiken in de tuin. Wij helpen je op weg met tien tips om ecologisch te tuinieren.

 

Plantenstekers

  1. Maak plantstekers van overgebleven dunne planken of panlatten (bijv. na het timmeren van een schutting of hek). Laat de stekers vrij lang van formaat, dan zie je hoe je planten heten ook als ze flink zijn uitgegroeid. Bewerk het hout als volgt: schuur het bovenste deel met fijn schuurpapier op, zodat je er met een zeer grafietrijk potlood (een timmermanspotlood of de Lyra Garden Pen) de namen van zaailingen of planten op kunt schrijven. Of: schuur de latjes, verf ze wit en beschrijf ze met een permanent marker. Check halverwege het seizoen of alles nog te lezen is. Verzamel de stekers aan het eind van het seizoen, borstel ze af en laat ze drogen. In het voorjaar even licht opschuren, zo nodig weer een likje verf geven en beschrijven zoals aangegeven.

 

  1. Knip yoghurt- of kwarkbekers in strips en beschrijf de blanke zijde. Gooi de restanten bij het plastic afval. Perforeer een gaatje in de strips en bind ze met onbewerkte touwtjes aan latjes (zie 1.) of aan nieuwe – of liever nog – niet meer gebruikte tentharingen. Ook hier: na het tuinseizoen verzamelen, schoonborstelen, opbergen en hergebruiken.

 

Tuinmeubels

  1. Tuinmeubels kun je overal en te kust en te keur kopen, maar wíl je wel zo’n donkergrijs kunststof bankstel in je tuin? Kijk eens in kringloopwinkels: daar vind je soms ook (houten) tuinstoelen of ander tuinmeubilair. Sopje erover of likje ecoverf erop, behaaglijke kussens erin, en klaar. Ook gereedschap kun je vaak spotgoedkoop in kringloopwinkels of bij bootsales vinden. Dat biedt je mooi de gelegenheid om voor een appel en een ei eens te kijken welke snoeischaar of schraper jou het beste ligt.

ecologische tips

 

Voorzichtig met licht

  1. Beperk de hoeveelheid lampen in je tuin tot het hoogstnoodzakelijke – de overmatige verlichting van Moeder Aarde brengt vogels en andere dieren behoorlijk uit hun ritme en in de problemen. Als je toch sfeervolle tuinverlichting wenst, kies dan een paar grote (natuur)kaarsen voor die vijf avonden per zomer waarop we werkelijk tot laat buiten kunnen zitten. En neem om veiligheidsredenen, of voor verlichting van paden waar je ook in het donker langs moet, ‘automatische’ lampjes met een zonnecellentableau. Die flitsen aan bij bewegingen in het duister, maar gaan daarna vanzelf weer uit.

 

Minikasjes maken

  1. Je weet, van een doorgesneden petfles maak je twee uitstekende minikasjes. Groter kasje nodig? Kijk eens in de schuur, of in de container bij de verbouwende buren. Twee oude kozijnen mét glas gevonden? Uitstekend. Zet ze als een tent tegen elkaar en schroef ze aan elkaar vast. Pers strak langs ‘de kas’ zo nodig enkele (hazelaar)takken stevig in de grond, voor extra stabiliteit. Laat de takken uitsteken en hang er iets bewegends aan om vogelvraat te voorkomen.

 

Gewassen beschermen

  1. Bescherm je kwetsbare gewassen en groeiende fruitoogst door ofwel meer fruitstruiken in je tuin te zetten en de oogst ruiterlijk met de vogels te delen (ja, dat is een optie! Het scheelt je veel gedoe met netten en zo en je verzekert je van tuinhulpjes die óók luizen opeten), ofwel door bewegend, licht materiaal op te hangen dat vogels afschrikt. Denk aan cd’s, Tibetaanse gebedsvlaggetjes (waarom niet?) of ‘slingers’ van versleten maar voor dit doel nog goed dienende plastic tassen. Je zult niet al je oogst redden, maar een deel wel. Pure winst.

 

In ons magazine deelt groenauteur Alma Huiskens dit seizoen haar tips voor de ecologische tuin met ons. Meer lezen? Het meinummer ligt nu in de winkel of is verkrijgbaar via de vipwinkel. Eerdere afleveringen van deze serie gemist? Ook deze nummers vind je in de vipwinkel.