In de winter kun je prima snoeiklusjes uitvoeren. Veel bladverliezende heesters en bomen kun je nu snoeien, zodat ze in het voorjaar of in de zomer mooier zullen bloeien of later in het seizoen meer vruchten zullen geven. Toch zijn er wel een paar basisregels waar je je aan moet houden.

Wij zetten tips voor wintersnoei voor je op een rijtje:

• Kies een droge, vorstvrije dag; snoeiwonden sluiten dan beter.

• Gebruik het juiste gereedschap, zoals een takkenschaar of snoeizaag.

• Zorg dat je schaar schoon en scherp is, dat voorkomt rafelige wonden.

• Knip je in ziek hout, desinfecteer je gereedschap dan met spiritus of 70 % alcohol.

• Maak snoeiwonden zo klein mogelijk; zaag daarbij net buiten de takkring (het verdikte deel tussen tak en stam).

• Laat geen ‘kapstokken’ zitten, die lopen vaak niet uit en bederven de vorm. Knip liever terug tot boven een sterke zijtak of haal de hele tak weg.

• Snoei een boom niet te drastisch, verdeel grote ingrepen over meerdere jaren (geldt niet voor knotten).

• Volg de natuurlijke vorm van de struik of boom en snoei terug tot op een tak die in de juiste richting wijst.

Niet snoeien
Er zijn ook soorten die je nu met rust moet laten. Dat zijn heesters en bomen waarbij de sapstroom erg vroeg op gang komt. Als je die nu snoeit, blijft het sap stromen (het zogeheten bloeden) en kan de plant zijn wonden niet afsluiten. Ook steenvruchten snoei je niet in de winter – dan is de kans op infectie met loodglas veel groter -, maar rond juni/juli.

Nu niet snoeien
• Bloeders: esdoorn (Acer), berk (Betula), haagbeuk (Carpinus als boom, zuilvorm of haag), notenboom (Juglans), druif en sierdruif (Vitis), kiwi (Actinidia) en sierkiwi (A. kolomikta).

• Steenvruchten: kers en sierkers, pruim en sierpruim, perzik en nectarine.