Goede tuingrond vormt de basis voor een mooie tuin. Natuurlijk zijn ook een goed beplantingsplan, afgestemd op de grond in jouw tuin, en het juiste onderhoud belangrijk. Maar alleen als de planten met hun voeten ‘in goede aarde’ staan, zullen ze het goed doen. 11 facts over tuingrond.

1 Samenstelling

Alles begint met kennis. Om te weten welke planten in jouw tuin het beste zullen gedijen, moet je weten wat de samenstelling van je grond is. Maak maar eens een bal van een handje aarde. Lukt dat, dan heb je een leem- of kleiachtige bodem. Valt het ‘als los zand’ uit elkaar, dan heb je te maken met zandgrond.

Handje aarde, grond, zandgrond,

2 Zware grond

Heb je kleigrond, dan heb je te maken met zware grond, die snel kan dichtslaan. In de winter zal de grond erg vochtig blijven, terwijl hij in de zomer keihard wordt. Het is dan zaak de aarde te verbeteren. Maak hiervoor de bovenste laag wat los met een woelvork – ga niet spitten, dat verstoort de bodemstructuur – en bedek het daarna met compost of stro. Zo verbeter je je de grond met natuurlijk materiaal; hij wordt luchtiger wat de drainage ten goede komt.

Tip: Deze planten doen het goed op kleigrond.

3 Zandgrond

Heb je zandgrond, ook dan zul je aan de slag moeten. Zandgrond draineert nét iets te goed; water en voedingsstoffen zakken snel weg in de bodem waardoor je planten zonder zitten. Verbeter ook hier de bodem met compost. Dit zorgt voor extra humus waardoor water beter wordt vastgehouden. Met een mulchlaag zorg je er bovendien voor dat de aarde straks in het seizoen minder snel uitdroogt.

Lees meer  Snoeischaar of (elektrische) heggenschaar gebruiken?

4 Testen

De soort – zand, klei of leem – zegt niets over de kwaliteit. Je kunt dit zelf testen met een setje uit het tuincentrum of een professionele analyse laten maken. Neem in beide gevallen altijd monsters op verschillende plekken in je tuin. Met een test krijg je inzicht in de pH-waarde van en de hoeveelheid voedingsstoffen in de grond. Blijkt uit de test bijvoorbeeld dat je een kalkrijke grond hebt, dan kun je beter geen rododendrons planten. Is het te zuur, dan kun je een meststof met kalk strooien zoals champost.

5 Perfecte kringloop

Heb je bomen in de tuin? Maak dan in de herfst gebruik van het afgevallen blad. Ze vormen een prima mulchlaag tussen de planten in de border en zullen gedurende de winter vanzelf verteren. Zo komt het organisch materiaal vanzelf weer ten goede aan de bodem; de perfecte kringloop! Door te mulchen blijft ook de grond langer warm en daardoor blijft het dierenleven in de bodem weer langer actief.

Grond, mulchen, bladeren, kringloop

6 Mulchen bij zware grond

Overigens kun je met herfstblad ook prima zware grond verbeteren. Je strooit het dan niet als mulchlaag over de bodem, maar werkt het blad in de herfst oppervlakkig door de kleigrond. Het blad zal in de loop van de winter vanzelf verteren en op die manier de grond verbeteren.

7 Compost

Blijkt uit de analyse dat de grond te weinig voedingsstoffen bevat, dan zul je moeten bemesten. Heb je al veel compost en bladaarde door en over de grond gewerkt? Dat is prima, maar onthoud dat compost een verbeteraar en geen bemester is. Compost zorgt er alleen voor dat de bodem licht en luchtig blijft.

Lees meer  Tips voor een stralende tuin in mei

8 Organische mest

Organische mest zoals oude stalmest kun je nu, in de winter, al door de grond werken. De mest composteert dan gedurende de winter en zorgt er zo voor dat de grond in het voorjaar, als de planten weer aan de groei gaan, in topvorm is. Vooral hongerige planten zoals kool, pompoen en zonnebloemen zullen je dankbaar zijn.

Grond, mest, mestkorrels, bemesten,

9 Mestkorrels

Organische mestkorrels geef je doorgaans aan het begin van het voorjaar, zo rond eind maart, begin april. Het voordeel van deze korrels is, dat ze een lange werking hebben. Ze geven de voedingsstoffen namelijk geleidelijk af aan de planten. Je hoeft zo dus minder vaak te bemesten dan wanneer je bijvoorbeeld vloeibare mest aan het gietwater toevoegt.

10 Groenbemesters

Heb je een braakliggend stukje grond in je (moes)tuin en kun je een seizoen wachten? Overweeg dan eens groenbemesters, zoals Phacelia of gele mosterd. Dit zijn planten die de grond verrijken met onder andere stikstof. Je zaait deze planten tussen pakweg maart en augustus. In het voorjaar werk je de planten door de bodem waar ze stonden.

11. Kalium

De groente- en vaste plantenborders worden in de herfst zuinig of helemaal niet meer bemest. Alleen wat extra kalium kan zinvol zijn, want dit mineraal zorgt ervoor dat de planten beter afharden voor de winter. Vooral het gazon profiteert van een kaliumrijke bemesting in de herfst.

 

Lees ook: Wormcompost als wondermiddel!