Als je een fruitboom plant, wil je hem natuurlijk de beste kansen geven. Kies daarom een plek met zon, zodat de vruchten optimaal kunnen afrijpen.
Waarom is een zonnige plek goed voor fruitbomen?
Alleen vruchten die voldoende van de zon kunnen profiteren, komen goed op smaak. Een boom in de schaduw groeit minder goed, levert minder lekkere en kleinere vruchten op en is gevoeliger voor ziekten. Toch is de ene fruitboom de andere niet. Peer, perzik en abrikoos hebben echt een zonnige en beschutte plek nodig. Appels, kersen en pruimen kunnen met iets minder zon toe, maar dan worden de vruchten wel wat minder lekker.
Tip! Bij fruitbomen is een goede bestuiving belangrijk, anders krijg je geen vruchten. Meestal heb je daarvoor twee verschillende rassen nodig, al zijn er ook zelfbestuivers.
Ook de grondsoort is belangrijk voor fruitbomen.
Ook de grondsoort heeft invloed op fruitbomen en hun vruchten. De grond moet voldoende humus bevatten en moet goed afwateren. Op een zeer natte plek zal een fruitboom niet goed gedijen. Op lichte zandgrond kun je wel fruitbomen planten, maar geef de bomen daar wel een flinke mulchlaag en zorg ervoor dat ze niet te droog staan.
Te veel fruitoogst?
Raar maar waar: een fruitboom kan ook te veel oogst hebben. Door de vele vruchten worden de takken te zwaar. Wat je dan moet doen, lees je bij Steun zware takken van fruitbomen.