De warmte blijft maar aanhouden en in de weersvoorspelling is ook nog geen groeizame bui te zien. Hoe kunnen we als tuinier inspelen op zo’n periode met langdurige droogte? We vroegen het kweker Hans Kramer en kweker/tuinontwerper Lianne Pot, gespecialiseerd in siergrassen- en prairietuinen.

Net als in voorgaande jaren worden natte winters opgevolgd door droge voorjaren. De zomer lijkt eerder te beginnen en brengt de bijbehorende uitzonderlijk hoge temperaturen en droogte met zich mee. “De lentes lijken niet meer vruchtbaar te zijn. Een gewoon lenteregentje? Ik kan het me bijna niet meer heugen!”, zucht Hans Kramer. Voor zijn kwekerij De Hessenhof, gelegen op de schrale zandgrond iets buiten Ede, betekent de droogte veel extra werk. De grondwaterstand ligt er volgens de kweker tegenwoordig bijna op 15 m diepte, 1 m dieper dan normaal. Omdat er de laatste jaren in het groeiseizoen zo weinig regen valt, heeft hij de planning op de kwekerij drastisch aangepast. “We zijn planten in de herfst gaan vermeerderen, planten scheuren in het voorjaar dat doen we bijna niet meer. Behalve siergrassen, dat kan eigenlijk niet anders.”

De meeste planten worden nu in september gescheurd en als de winter niet al te streng is, kan dat volgens hem prima. Veel mensen denken volgens de kweker dat ze alleen maar in het voorjaar kunnen planten en beseffen niet dat dat tijdens een droge, onvruchtbare periode niet gunstig is. Daarom adviseert hij zijn klanten om juist in de herfst naar de kwekerij te komen. Het najaar was altijd al de beste planttijd en met zo’n droog voorjaar al helemaal. “Dan heeft het zo’n voorsprong, dat zien wij hier ook op de moerbedden. Alles wat je nu in het voorjaar plant, heeft het gewoon heel zwaar.”

Klimaatwinnaars

Bij De Hessenhof is de vraag naar droogtebestendige planten de afgelopen jaren duidelijk toegenomen. Hans spreekt in dit verband liever over klimaatverliezers en klimaatwinnaars. Als voorbeeld noemt hij Astrantia (Zeeuws knoopje) die volgens hem tot de klimaatverliezers behoort. “Ik zie hier op de moerbedden dat een Astrantia kweken bijna niet meer gaat. Op kleigrond zal hij het misschien wat beter doen maar dan denk ik ‘waarom wil je nog een klimaatverliezer hebben?’. Astrantia houdt van een koele plek, op een hoge alpenweide; daar groeien ze en dan nooit te droog.” Het assortiment op De Hessenhof verschuift dan ook steeds meer richting klimaatwinnaars, planten die juist wél goed bestand zijn tegen ons veranderende klimaat.

Hoe snel een plant bij droogte verlept, is niet alleen afhankelijk van de soort maar ook van de kwaliteit van de bodem. Zandgrond houdt minder vocht vast dan zware grond zoals klei. Vooral op arme, schrale zandgrond – zoals bij De Hessenhof – hebben planten het bij droogte al snel moeilijk. Om de grond te verbeteren, brengt Hans daarom jaarlijks zelfgemaakte bladaarde op zijn borders en moerbedden aan. “Je moet hier veel humus door de grond mengen, dat houdt vocht vast en zorgt voor bodemleven. Ook gaan de planten dan samengroeien met mycrorrhiza’s (waardevolle bodemschimmels, red.) die bij de wortels ontstaan waardoor de planten minder stress hebben bij droogte.”

Lees meer  Grasmaaien, snoeien en tuinaanleg zijn favoriete tuinklussen

Mulchen

Sinds een paar jaar experimenteert Hans met een alternatieve manier om planten stressbestendiger te maken voor droogte. Op drie bedden heeft hij de planten in zandbedjes geplant, volgens het idee van de Zweedse plantenman Peter Korn. “Dan moet je je grond afdekken met 10 cm scherp zand, maar of dat voor het bodemleven zo goed is weet ik ook niet”, legt Hans uit. “Het idee erachter is dat het bovenste laagje uitdroogt en dat de plantenwortels minder verwend worden, zodat de planten dan meer droogtebestendig zijn. Maar of dat inderdaad zo werkt, daar heb ik nog te weinig ervaring mee.”

Vooralsnog blijft Hans daarom bij het verbeteren van zijn zandgrond met bladaarde. Wat ook helpt om de grond minder snel te laten uitdrogen, is mulchen; je bedekt de aarde tussen de planten dan met organisch materiaal (zoals compost, cacaodoppen of fijngeknipt snoeiafval) of mineraal materiaal (zoals split of grind). De prairietuin bij De Hessenhof is afgestrooid met split en dat werkt goed, vertelt Hans. Bij een border waar je wel eens wat in rommelt, vindt hij zo’n laag split of grind niet praktisch; wordt de mulchlaag verstoord, dan krijg je weer onkruid. In dat geval kun je beter voor organische mulch kiezen. Omdat dit vanzelf verteert, zal je dit wel regelmatig aan moeten vullen.

 

Prairieplanten

Een expert op het gebied van prairietuinen is Lianne Pot van Lianne’s Siergrassen. Zo’n dertien jaar geleden begon ze zich te verdiepen in prairieplanten, vervolgens legde ze naast haar al bestaande siergrassentuin een grote prairietuin aan. Ze ontdekte dat echte prairiegrassen nooit gescheurd hoeven te worden, want ‘ze blijven redelijk compact en verouderen niet zo sterk in het midden, zoals een heleboel andere grassen na een jaar of vier wel doen’. Dat geldt ook voor andere prairieplanten en daardoor zijn ze heel geschikt voor de onderhoudsarme tuin waar in die tijd steeds meer belangstelling voor was.

“Maar nog belangijker, ik ontdekte dat prairieplanten als ze voeding nodig hebben of dorst hebben met hun wortels de diepte in gaan. Hierdoor zijn ze veel beter bestand tegen droogte dan veel andere grassen en vaste planten”, aldus Lianne. De prairietuin zou daarom weleens dé oplossing kunnen zijn voor ons veranderende klimaat. Althans, op een zonnige plek want een prairietuin heeft minstens vijf uur zonlicht per dag nodig.

Plantengemeenschappen

Lianne’s grassen- en prairietuin ligt in De Wilp (Groningen), op zandgrond met leem. Voor veel planten de ideale bodem – ook voor prairieplanten -, want deze grond is goed doorlatend én rijk aan voedingsstoffen. In 2008 ging ze samen met haar gezin voor het eerst naar de prairies in Amerika. In de Konza prairie in Kansas nam ze een ‘teacher’ mee om zoveel mogelijk te kunnen leren. “Dit was een hooggras prairie met heel hoge grassen, maar bijvoorbeeld Echinacea en Liatris waren er heel laag, heel fijntjes, omdat het vrij droog was. Op een andere plek zag ik natte prairies met weer heel andere planten.”

Lees meer  Bloemen plukken uit eigen tuin

Het assortiment prairieplanten is heel breed; je moet dan ook goed kijken naar de omstandigheden in je tuin en planten kiezen die daarbij passen. In haar eigen tuin en in de prairietuinen die Lianne voor anderen ontwerpt, gebruikt ze niet alleen echte prairieplanten. “In mijn prairietuinen combineer ik prairieplanten ook met soorten die uit een ander werelddeel komen of gekweekt zijn en nog veel op hun natuurlijke voorouders lijken. Winterhardheid, droogtebestendigheid, bloeirijkheid en stevigheid zijn belangrijke criteria bij het samenstellen van de plantenlijst, maar net zo belangrijk is welke functie ze moeten vervullen in het gehele beplantingsontwerp. Sommige tuinen zijn op structuur of kleur gebaseerd, andere meer op verschillende hoogtes door het hele seizoen heen. Soms werk ik met groepen planten, maar het meest interessant vind ik het om planten te mengen tot plantengemeenschappen, omdat dat meer dynamiek geeft. Hierbij gaat het meer om het systeem en niet om de individuele planten”, aldus Lianne.

Ruststand

Alleen in het eerste jaar na aanleg gaf ze haar prairietuin regelmatig water, de planten moeten dan immers nog aanslaan. “Het tweede jaar hoefde ik nog maar één keer water te geven, toen het heel droog was, en vervolgens nooit weer.” De extreem droge zomer van twee jaar geleden was voor Lianne heel leerzaam. In haar collectietuin met allerlei soorten grassen zag ze dat de ene soort het veel beter uithield dan de andere. En ook in haar prairietuin stonden niet alle planten er even florissant bij. Planten die van nature op de droge prairie voorkomen, bleken geen enkele last te hebben van de droogte, zoals Panicum (vingergras) en Andropogon (baardgras). Sommige grassen, zoals de forse Australische steppeplant Poa labillardierei deden het juist beter dan ooit.

Planten bedoeld voor de natte prairie stonden er zieltogend bij. De Europese grassen zoals Molinia arundinacea (pijpenstrootje) hadden het in de prairietuin – als onderdeel van een plantengemeenschap – eveneens erg moeilijk. “Ze kregen verdorde bladeren en werden heel erg lelijk, terwijl ze als solitair in de collectietuin best nog meevielen. Daar gingen ze gewoon in ruststand en ze kwamen later weer tot bloei”, legt Lianne uit. “Een heleboel grassen redden zich als solitair prima. Maar in een plantengemeenschap – en zeker bij droogte – gaan de planten met elkaar concurreren om water en dan is het logisch dat planten die zich van nature al aangepast hebben aan lastige omstandigheden, zoals hete zomers, in het voordeel zijn.”

Luie tuinier

Een prairietuin biedt veel voordelen. Je hoeft niet te sproeien (nadat de planten zijn aangeslagen), niet te bemesten en niet te veel in te grijpen, een tuin dus voor een luie tuinier. “En als je kiest voor veel verschillende planten bij elkaar dan is dat interessant voor allerlei beestjes, zoals vlinders en bijen.” Wil je zelf een prairietuin aanleggen, kies dan een zonnige plek en zorg voor goed doorlatende, voedzame grond. Tuinier je op dichte kleigrond? Meng er compost en grof zand of steenslag doorheen om de grond luchtiger te maken. Werk op arme zandgrond alleen flink wat compost door de grond. “Op heel schrale zandgrond kun je het beste de laaggras prairie in gedachten nemen en daar soorten bij zoeken die daar van oorsprong voorkomen, bijvoorbeeld Schizachyrium of Sporobolus”, adviseert Lianne. “Maar eigenlijk kun je bij heel schrale grond beter kijken naar steppesoortjes zoals Stachys, Salvia, Sedum of de Kartuizer anjer, en zaai er eventueel een- of tweejarige planten tussen zoals Verbascum of Centranthus. Ook erg mooi is Poa labilliardierei, dat wordt wel een grote pol maar het is een prachtige soort juist voor schrale grond.”

Lees meer  Combineren met tulpen

Haar prairietuin van maar liefst 3000 m2 kost Lianne weinig onderhoud, ze haalt alleen onkruid weg, maar laat de beplanting zijn gang gaan. “Je kunt best ingrijpen als een plant bijvoorbeeld door uitzaaien de overhand krijgt. Maar het mág best wel wat losser, er mág best wel wat uitzaaien, er mág wel eens wat wegvallen, zeker als je heel veel planten gebruikt. Leuk om te zien wat voor verrassingen je dan krijgt!”

Het onderhoud in het vroege voorjaar kost haar het meeste tijd, dan worden alle planten afgeknipt en afgevoerd. “Je moet ze niet laten liggen, omdat je anders weer voeding in de bodem brengt en dan raakt het evenwicht in de plantengemeenschap verstoord. Sommige planten gaan dan overheersen.” Om het onkruid te onderdrukken heeft Lianne haar prairietuin na aanleg afgestrooid met een 8 cm dikke laag gezeefde lavakorrels. Bijkomend voordeel van deze korrels is dat ze ook vocht vasthouden.

Hans’ favoriete droogtebestendige planten voor de zon:

 

1. Berkeya cirsiifolia

Deze vaste plant uit Zuid-Afika houdt van zon en warmte, en is prima winterhard.

 

2. Dalea purpurea

Deze vlinderbloemige plant komt oorspronkelijk van de Amerikaanse prairie en bloeit de hele zomer.

 

Hans’ favoriete droogtebestendige planten voor de schaduw:

 

1. Pachyphragma macrophyllum

Wintergroene bodembedekker met grote, groene, ronde bladeren, die onkruid goed onderdrukken.

 

2. Luzula nivea (veldblies)

Dit wintergroene siergras verdraagt ongelooflijk veel droogte en bloeit in mei-juni. Geschikt voor zon en halfschaduw.

 

Lianne’s favoriete droogtebestendige prairieplanten:

1. Amorpha canescens (bastaardindigo)

In de echte prairie groeit deze plant uit tot een struik. Hier in Europa is dat niet het geval maar ik heb hem al jaren in bloei. Als je deze plant in het voorjaar niet te diep afknipt blijft deze iets groter. Mooi grijsgroenig blad met prachtige aarvormige paars- violette bloemen.

 

2. Eryngium yuccifolium (kruisdistel)

In het najaar als alles in onze prairietuin al is uitgebloeid, kun je deze distel met blauwgrijs blad nog goed ontdekken tussen alle strogele kleuren van grassen en andere planten. Is slank opgaand met weinig blad en staat perfect tussen grassen. Goed winterhard.

 

3. Senna marilandica

Erg mooie, stralende vaste plant die in augustus-september bloeit en daarna mooie lange peulen krijgt. Goed als solitair of structuurplant te gebruiken in een prairietuin. Erg opvallend, fijn blad. Hoogte: 140 cm.