Leliehaantjes zijn oranjerode kevertjes die flink kunnen huishouden in de planten waarnaar ze zijn vernoemd. Maar ook kievitsbloemen staan op hun menu. Zowel de larven als de volwassen kevers eten van de bladeren en bloemen. Op zich zijn leliehaantjes niet moeilijk te vangen, maar je moet wel even weten hoe je dat aanpakt. Leliehaantjes hebben namelijk de gewoonte om zich op de grond te laten vallen als ze zich bedreigd voelen. Als je de plant beweegt dan laten ze zich prompt allemaal vallen en zijn ze (voor even) verdwenen. Leg daarom een doek op de grond, schud de plant goed heen en weer en de meeste larven en kevers zullen op de doek vallen. Dan is het nog wel een kwestie van doodmaken, anders lopen ze net zo hard weer terug naar de lelies.
Het broedsel is niet modderig zwart, de eitjes zijn helderrood. Het modderige zwarte zijn de uitwerpselen waarin de larven zich verstoppen. Google maar eens op leliehaan-eitjes
Leliehaantjes zitten meestal met z’n tweeën bij elkaar als koppeltje.
elke dag controleren of je ze ziet.
Nadat ik ze met de hand gevangen heb maak ik de onderkant van de bladeren schoon met een natte spons met een beetje afwasmiddel.
Het broedsel van de leliehaantjes ziet er modderig zwart uit en als je dit niet verwijdert raak je ze ook niet kwijt.
succes ermee