In maart-april kun je zelf eenvoudig vaste planten scheuren. Als je dit om de drie tot vijf jaar doet blijven de planten goed bloeien.

Deze drie methodes zijn geschikt voor vaste planten met een open stengel- en wortelstelsel. Behoud en herpoot altijd de jongste delen, die rond de rand van de plantkluit zitten.

Uitgraven en uiteen halen
Geschikt voor: primula’s (foto), Epimedium en tuingeranium

Methode: Primula’s zijn aan het eind van de winter graag geziene kleurbrengers maar ze zakken altijd wat in als ze op leeftijd komen, waarbij de harten min of meer verhouten. U verjongt deze planten door ze uit te graven en de wortels uiteen te halen, zo dat elk nieuw plantstuk een bladrozet en een wortelstuk behoudt. Knip de wortels terug tot ongeveer handpalmgrootte; zorg dat ze nooit dubbelvouwen bij het herplanten.

 

Uitwassen en voorzichtig lostrekken
Geschikt voor: Ranunculus (foto), monnikskap, Helenium en Kniphofia (vuurpijl)

Methode: soms vallen planten al in je handen uiteen als je ze opgraaft. Dat zijn dikwijls leden van de boterbloem-ranonkelfamilie. Ranunculus aconitifolius is mijn favoriet. Steek de hele klomp omhoog, spoel hem uit in water en trek elk stukje voorzichtig los; zorg dat u een knop met worteltjes overhoudt. Poot die plantdelen uit, telkens één per pot, of zet enkele bij elkaar, zodat ze elegante groepjes vormen Met Heleniums gaat het net zo, het lijkt vaak wel of ze zichzelf al delen.

 

Tuinvorken tegen elkaar
Geschikt voor: Hemerocallis (foto), Aruncus, Astilbe, Filipendula, Geum, siergrassen en andere planten met verdichte wortelkluit

Methode: vaste planten delen door tuin- of spitvorken ruggelings tegen elkaar aan te duwen (als hefboom) is een oude truc. Steek een kluit omhoog, drijf één vork er verticaal in, en dan de tweede vork er pal achter, even diep. Zet uw voet op de vorken en duw de heften naar elkaar toe, zodat ze de wortelkluit splijten. Herhaal dit zonodig bij zeer grote planten.