Niets is er gezelliger dan vogeltjes die in de winter af en aan vliegen in je tuin. Benieuwd welke vogels vaak op bezoek zijn in jouw tuin? Een aantal kenmerken op een rijtje!

Boomklever

De boomklever is een prachtig vogeltje, dat je niet dagelijks tegenkomt. De vogel is ongeveer 12-14 cm groot en heeft een opvallend blauwe kop, rug en staart. De boomklever loopt omhoog en omlaag over de boomstam en dankt zijn naam aan die eigenschap.
Bijzonder is dat boomklevers tot de holenbroeders behoren. Ze maken hun nest kleiner door te metselen met modder.

Noten en zaden
Boomklevers zijn gek zonnebloempitten en (ongezouten) noten en vetbollen. Het helpt als je het voer vastmaakt aan een boomstam op een rustige plek.

ekster

Ekster

Met het zwart-witte verenkleed en de lange staart is de ekster een opvallende verschijning. Eksters komen bij ons veel voor en ze blijven zomer en winter in dezelfde omgeving.
Het nest is ook van boven afgesloten en heeft een verborgen ingang. De vogels gebruiken takken en twijgen en versterken die met aarde en klei en dunne worteltjes.

Parasieten en etensresten
Eksters eten bessen, zaden, insecten en kleine zoogdieren, maar zijn ook verzot op onze etensresten. Die halen ze desnoods zelf uit een vuilniszak en daar is niet iedereen even blij mee. Je ziet ze ook wel op de rug van schapen of koeien zitten om parasieten van de dieren te pikken.

roodborst

Roodborst

Wat zoekt het roodborstje je graag op als je in de tuin werkt! De vogels zijn nieuwsgierig en volgen je op de voet. Ze zijn dol op tuinen met besdragers zoals meidoorn en sleedoorn, en nestelen graag in dicht struikgewas, soms zelfs op de grond of vlak erboven.

Pitjes en zaden
Roodborstjes gaan graag op zoek naar insecten, spinnetjes, bessen en zaden, maar maken ook dankbaar gebruik van de voedertafel. Je mag het voer ook op de grond uitstrooien, bijvoorbeeld onder een heg of struik.

gaai

Gaai

Een prachtige vogel, deze gaai met zijn blauwe streepjes op de vleugel. De gaai is met zijn 32-36 cm vrij groot. Van oorsprong leeft de gaai vooral in de bossen, maar tegenwoordig kom je hem ook wel in de stad tegen en dan met name in de buurt van eiken en beuken. Vroeger ging de vogel als Vlaamse gaai door het leven, omdat hij in België veel voorkomt en daar door het verstoppen (en vergeten) van de eikels en beukennootjes voor het ontstaan van bossen heeft gezorgd.

Eikels en eieren
De gaai is dol op eikels. De vogel eet ook beukennootjes, fruit en mais en in het voorjaar is het een rover die vogeleieren en zelfs jonge vogeltjes verschalkt.

pimpelmees

Mezen

Er zijn diverse soorten mezen die behoorlijk op elkaar lijken, maar allemaal net iets anders zijn. Zo heeft de pimpelmees een blauw ‘petje’ en een gele borst, terwijl de koolmees een zwarte kop heeft met een grote witte wang en een zwarte streep over de gele borst. De koolmees is wat groter dan de pimpelmees en zeker ook als de staartmees. Dit vogeltje is maar 7-9 cm groot en lijkt zo uit een stripboek weggelopen. Het staartmeesje heeft een opvallend lange staart en een wit kopje met zwarte zijkruinstrepen. Er zijn trouwens nog meer mezen zoals de kuifmees, zwarte mees en de matkop.

Zaden en pitten
Meesjes komen graag naar je voedertafel en zijn dol op vetbollen, pindaslingers, een halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten. Je mag het voer ook in een silo stoppen en ophangen. Dan zie je de meesjes allerlei capriolen uithalen om het voedsel te bereiken.

Grote bonte specht

Grote bonte specht

Beroemd vanwege het hakken van nesten in boomstammen en het roffelen met de snavel tegen een boom als manier van communiceren met de partner. De hersenen worden beschermd door een soort schokdempers zodat het getik geen kwaad kan. Het mannetje heeft een rode vlek op de kop, bij het vrouwtje ontbreekt die. Beide hebben wel een rode ‘broek’. De rode vlek op de kop zie je ook bij de veel zeldzamere middelste bonte specht die bovendien voorzien is van een roze ‘broek’. Ook de kleine bonte specht heeft een rode vlek (alleen het mannetje) op de kop. Dit vogeltje is echter een stuk kleiner en lastiger waar te nemen.

Insecten en kaas
De grote bonte specht eet graag insecten, maar die zijn in de winter schaars. In het bos halen ze wel de zaden uit de kegels van sparren en dennen, maar de vogels komen ook graag naar je voedertafel, zeker als daar pinda’s, kaas zonder korst, zonnebloempitten en vetbollen te vinden zijn.

Tekst: met dank aan Natuurpunt  België en Vogelbescherming Nederland

Hoe je een vogelvriendelijke tuin creëert? Je leest het hier!