In de winter, en vooral als er sneeuw ligt, komen de bijzondere bastkleuren van kornoeljes als Cornus alba en Cornus sanguinea prachtig uit. Maar wil je ook de volgende winter van die mooie kleuren genieten, zul je wel in moeten grijpen.

De kornoeljes die speciaal aangeplant worden voor hun fraaie bastkleuren zijn gemakkelijke struiken, die maar weinig eisen stellen aan de grond en zowel in zon als halfschaduw prima groeien. In de zomer zijn ze weinig opvallend, in de herfst verkleurt hun blad aantrekkelijk geel en rood, maar pas in de winter laten ze zich van hun fraaiste kant zien. Met opvallend rode, oranje, purperzwarte of frisgroene takken stelen ze de show in elke tuin.

Het zijn de eenjarige takken die het mooist van kleur zijn, daarom kun je deze struiken het best regelmatig verjongen. Snoei eind februari of begin maart een paar van de oudste takken terug op circa 10 cm van de basis van de struik. In het voorjaar zullen er dan nieuwe scheuten gevormd worden, die ook de volgende winter weer voor een waar kleurspektakel zulen zorgen.

De mooiste kleuren
Rood: Cornus alba ‘Sibirica’
Paarsrood: C. alba ‘Gouchaultii’
Bijna zwart: C. alba ‘Kesselringii’
Geeloranje-groen: C. sanguinea ‘Winter Beauty’
Geelgroen: C. sericea ‘Flaviramea’