Tuinbonen, ook wel boeren boxen of dikke duimen genoemd, zijn de zaden van een grote peul. Ze hebben een bittere, volle smaak en worden vaak gekookt of gestoomd gegeten. Jonge tuinbonen zijn het lekkerst: hoe ouder de boon, hoe sterker de smaak. In juni en juli kun je de bonen van Nederlandse bodem verkrijgen.

Van tuinbonen worden nooit de peulen gegeten, maar alleen de zaden. Bont (wit-zwart) bloeiende rassen hebben bruinkokende zaden met een uitgesproken tuinbonenaroma. Witbloeiers koken blank en zijn zacht van smaak. Tuinbonen bevatten een hoog gehalte aan vitamine B en C.

Tuinbonen doppen

Om de bonen te doppen, zet je je duimen op de bolle kant van de peul. Druk hem open en haal de bonen eruit. Trek wel handschoenen aan: in de schillen zit looizuur en dat kan je handen behoorlijk zwart maken. Op bruinverkleuring tegen te gaan, kun je de bonen in zout water leggen. Je kunt ze het best zo kort mogelijk voor het bereiden schoonmaken.

Tip: Kook altijd een takje bonenkruid mee, dan zijn de bonen beter verteerbaar.

Zelf kweken

Wil je zelf tuinbonen kweken? In januari/februari kun je ze voorzaaien in de kas. Vanaf maart kunnen ze in de volle grond. Zet de plantjes niet te dicht op elkaar. Plant ze in een rij en laat er 15 cm tussen. Zet je meerdere rijden, laat hier dan 60 cm tussen. Half juni – juli kun je je bonen oogsten. Hier lees je wat en wanneer je nog meer kunt zaaien.

Wist je dat: Tuinbonen kunnen veel vorst verdragen.

Zwarte bonenluis

Tuinbonen kunnen last van de zwarte bonenluis. De luis is het eerste in de toppen van de planten te vinden en verspreidt zich daaruit verder over de plant en de peulen. Verwijder daarom de toppen van de planten voordat er luis in komt. Helaas is dit vaak niet genoeg om het insect weg te houden. Je kunt je rij bonen afwisselen met een rij dille. Dit kan ervoor zorgen dat de zwarte bonenluis niet bij jouw tuinboontjes komt.

Tip: De tuinboon behoort net als de erwt tot de familie van de vlinderbloemigen. Deze tuin is geïnspireerd op de erwt.