Houd jij de kringloop graag in eigen tuin? Maak dan je eigen plantengier. Dit aftreksel van planten werkt als plantenvoeding én bevordert de gezondheid van je tuinplanten. Zo maak je je moes- of sierplanten minder vatbaar voor ziekten en plaagdieren. Aan de slag dus!
Plantengier is eigenlijk een vloeibare mest. Niet gemaakt van dierlijke uitwerpselen, zoals bij gewone gier of beer het geval is, maar van planten. Zie het maar als een soort vloeibare compost, waarmee je voeding aan een tuinplant geeft en ook de gezondheid van de plant bevordert. Brandnetelgier is de bekendste soort, maar ook van andere soorten ‘onkruid’ kun je plantengier brouwen. Van deze soorten heb je vaak toch te veel, perfect dus om er plantengier van te maken. Het soort plant waarvan je gier maakt, is zeker relevant: elke plant heeft zijn eigen specifieke eigenschappen.
Hoe het werkt
Door de planten in water te laten gisten, komen de voedingsstoffen vrij in het water. Je gebruikt alleen het water als vloeibare mest, de plantenresten kunnen na het gisten op de composthoop. Het aftreksel bevat vooral stikstof-, fosfor- en kaliumverbindingen, voedingsstoffen die je tuinplanten makkelijk kunnen opnemen. De plantengier is eigenlijk een snelwerkende mest, de planten gaan er namelijk sneller van groeien. Dit is niet altijd gewenst, bedenk dus wel of je inderdaad wilt dat een bepaalde plant snel gaat groeien.
Voor de hongerlappen
Je kunt plantengier als mest gebruiken in de moestuin om je groenten en fruit bij te mesten. Soorten die wat extra voeding heerlijk vinden, zijn bijvoorbeeld prei, kool, tomaat, komkommer, pompoen en courgette. Uien, erwten en bonen kun je beter geen plantengier geven. Maar ook in de siertuin kun je de plantengier gieten bij hongerige vaste planten, eenjarige zomerbloeiers, rozen en heesters.
Tip
Plantengier kun je ook over je composthoop gieten als extra voeding. Of verwerk brandnetels en smeerwortel direct op je composthoop.
Plantpower
Deze planten zijn geschikt voor het maken van plantengier en hebben elk een specifieke werking.
- Smeerwortel: bevat vooral veel kalium en ijzer, bevordert vruchtvorming.
- Brandnetel: bevat vooral veel stikstof, bevordert de groei.
- Heermoes: versterkt de plant, preventief tegen schimmels.
- Andere soorten die je kunt toevoegen: duizendblad, zuring, paardenbloem, komkommerkruid, zevenblad en zeewier.
Zo gebruik je het
Van de planten die je voor de gier verzamelt, kun je de wortels en de bladeren gebruiken, in de jonge toppen zitten de meeste voedingsstoffen. Draag bij het oogsten handschoenen om huidirritatie te voorkomen. Voor de gier wordt vaak een mix van verschillende soorten gemaakt.
Gebruik geen planten voor je gier die al zaad hebben gezet, want zo verspreid je de onkruidzaden door je tuin. Giet om de twee weken een flinke scheut plantengier bij je tuinplanten. Sproei het niet op de bladeren, want dan kan het blad verbranden, giet de plantengier daarom direct op de grond bij de wortels. Gebruik de gier van april tot augustus, dat is de periode dat de planten groeien en wel wat extra voeding kunnen gebruiken.
Zo maak je plantengier
Benodigdheden
- 1 kilo verse plantentoppen of 150 gram gedroogde planten
- 10 liter (regen)water
- 100 gram suiker
Zo ga je te werk
Doe de verse of gedroogde planten in een ton of emmer (liever niet van metaal) en giet het water er overheen. Je kunt de planten ook eerst in een juten zak of in een oude panty doen, dan hoef je later niet te zeven. Voeg eventueel suiker toe om het gisten te versnellen. De planten moeten helemaal onder water staan.
Dek de emmer af en laat twee weken staan. Roer wel elke dag even om. Na een paar dagen gaat het brouwsel gisten en schuimen (en behoorlijk stinken!). Hoe warmer het is, des te sneller het aftreksel gaat gisten. Als het extract niet meer schuimt, kun je het zeven. Verdun 1:10 voor volwassen planten en 1:20 voor jonge planten.
Ideaal voor de moestuin: groenbemesters
Met groenbemesters zorg je voor voeding in de bodem, een betere bodemstructuur én de planten houden het organische stofgehalte op peil. Veel soorten zijn bovendien heel aantrekkelijk voor bijen en andere nuttige insecten. De planten kun je zaaien in je moestuin of bijvoorbeeld op een braakliggend stuk grond waar je een border gaat aanleggen.
Klaversoorten worden veel gebruikt als groenbemester, ze staan er om bekend dat ze de bodem met stikstof verrijken. De stikstof komt in de grond dankzij stikstofbindende bacteriën, ze zorgen voor de vorming van de zogenaamde stikstofknolletjes aan de wortels. Voor het zaaien van groenbemesters maak je de grond eerst onkruidvrij, hark de bovenkant goed los. Strooi de zaden over het hele vak en hark licht aan. De zaaitijd is afhankelijk van de soort.
Veel groenbemesters zaai je in de zomer of herfst, na de oogst van de groente. Zo ligt de grond er in de winter niet kaal bij en groeien de groenten volgend jaar extra goed. De groenbemesters worden aan het eind van de winter of vroeg in het voorjaar ondergespit. Goede groenbemesters zijn onder andere gele mosterd, klaver, luzerne, bijenvoer en boekweit.